Het nieuwe Vlaamse regeerakkoord heeft naast de aandacht voor de re-integratie van langdurig zieken ook oog voor de ‘uitzuivering’ van administratieve taken en ‘kwaliteitscontrole’, onder meer op de kennis die zorgverleners hebben van het Nederlands.
Een verhoogde en duurzame terugkeer naar werk van langdurig zieken via een multidisciplinaire aanpak, wordt hoog in het vaandel gevoerd. “We introduceren de terug-naar-werkbenadering niet alleen bij de VDAB maar ook in de gezondheidszorg via de huisartsen, de eerstelijnszones en de revalidatiecentra.”
Verschuiving voorschrijfgedrag
De VDAB heeft een hefboom nodig om die trajecten succesvol te maken. De Vlaamse regering pleit bij de federale overheid voor:
● een verplichte inschrijving bij de VDAB van langdurig zieken zonder arbeidscontract waarvan de arts oordeelt dat een volledige of gedeeltelijke terugkeer naar werk mogelijk is
● een verschuiving van het voorschrijfgedrag van artsen naar wat wél nog mogelijk is voor de patiënt (de zogenaamde fitnote).
● een uitbreiding van de mogelijkheid om deeltijds of progressief aan het werk te gaan met behoud van een deel van de Riziv-uitkering.
Toegang tot TRIO-platform
Aan elke langdurig zieke die is ingeschreven bij de VDAB wordt een individuele trajectbegeleider toegewezen. Uiterlijk 6 weken na hun inschrijving wordt met hen een individuele trajectovereenkomst afgesloten die de VDAB opvolgt. Wie niet ingaat op die trajectovereenkomst of ze niet naleeft, wordt doorgegeven aan het Riziv en aan de ziekenfondsen voor een evaluatie van de arbeidsongeschiktheid.
Het Vlaamse niveau vraagt aan de federale overheid dat de VDAB toegang krijgt tot het TRIO-platform van behandelende arts, adviserend geneesheer en arbeidsarts. En verder heet het: “We vragen de federale regering om de adviserend artsen en de ziekenfondsen te responsabiliseren om actief werk te maken van de toeleiding van langdurig zieken met een arbeidspotentieel naar een traject naar werk.”
Huisarts en huisapotheek
De samenwerking binnen de eerste lijn wordt versterkt om problemen sneller op te sporen en men dus ook sneller kan ingrijpen. De huisarts en de huisapotheek zijn daarbij de belangrijkste spil. Risicopatiënten worden geselecteerd en gerichte acties volgen om die patiënten zo gezond mogelijk te houden. Een goede samenwerking en gegevensdeling tussen arts, apotheker en andere zorgverleners zijn daarbij onontbeerlijk.
Erkenning buitenlandse diploma’s
Verder zegt de Vlaamse regering: “We evalueren de werking van de erkenningscommissies voor zorgberoepen en onderzoeken welke verbetermarge er is voor een toekomstgerichte, kwaliteitsvolle en efficiënte organisatie van de erkenningsprocedure en de ondersteuning bij de stages, in het bijzonder voor de kwaliteitsbewaking bij de erkenning van buitenlandse diploma’s. We werken aan een sterkere aanwezigheid van huisartsen in huisartsarme gemeenten en werken verder aan multidisciplinaire eerstelijnspraktijken. In overleg met de federale overheid hebben we aandacht voor de ondersteuning van stagemeesters in regio’s waar er een schaarste is aan huisartsen of tandartsen.”
De taalkennis Nederlands van de zorgverleners in onze zorgorganisaties is ook een prioriteit: “We en nemen daarvoor de nodige kwaliteitsnormen op in de regelgeving en voeren de nodige controles uit.”
Kwaliteit
Zorgverstrekkers moeten zich kunnen focussen op hun kerntaken. "We maken werk van een doorgedreven subsidiariteit van zorghandelingen waarbij kwaliteit blijft primeren en de administratieve taken worden uitgezuiverd."
> Van ruim 1,1 miljard extra op Welzijn bijna 500 miljoen naar personen met een handicap