De maatregelen met betrekking tot artsen die de federale regering wil doorvoeren om langdurig zieken te activeren, zijn volgens de Vlaamse huisartsenvereniging Domus Medica "niet de juiste methode om de doelstelling te bereiken". Dat zegt interim-voorzitter Maaike Van Overloop zaterdag. "Er wordt beter teruggegrepen naar arbeidsgeneeskundige diensten."
Het zogenaamde paasakkoord waarover de regering-De Wever kort voor middernacht een akkoord bereikte, bevat een resem maatregelen om het 'terug-naar-werkbeleid' (TNW) te versterken. Daarbij komen ook artsen in het vizier: zij zouden patiënten tijdens het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid ziektebriefjes voor maximaal drie maanden mogen voorschrijven, riskeren boetes bij afwijkend voorschrijfgedrag en kijken onder andere nog aan tegen een meldpunt voor 'frauduleuze attesten'.
Volgens Van Overloop zijn de hervormingen "niet de juiste methode om de doelstelling te bereiken". Zij benadrukt dat huisartsen werken vanuit een therapeutische relatie, met het oog op de algemene gezondheid van de patiënt. "Dat doen we ook vanuit het verhaal dat de patiënt ons brengt over de ziekte en de arbeidsomstandigheden, maar op de werkelijke omstandigheden hebben wij geen zicht", luidt het. "De basis zit dus fout."
Van Overloop vraagt zich dan ook af of het wel aan de huisarts toekomt om een controlefunctie uit te oefenen. "Die rol ligt bij de arbeidsartsen en adviserende artsen van de ziekenfondsen", meent de interim-voorzitter van Domus Medica. "Zij hebben geen therapeutische relatie, zijn beter op de hoogte van de arbeidssituatie en kunnen ook een betere inschatting maken over de nodige capaciteiten voor de arbeidsmarkt." Extra contacten met de huisarts betekenen bovendien extra kosten, benadrukt ze.
Een aantal van de maatregelen komt uit het regeerakkoord en naar aanleiding daarvan waren er in de komende maanden al gesprekken gepland tussen artsenorganisaties en de regering. Dat er nu al maatregelen in teksten zijn gegoten, nog voor dat overleg kon aanvatten, noemt Van Overloop "jammer".
Volgens haar blijft er wel voldoende ruimte voor onderhandelingen, aangezien veel maatregelen nog "vaag" zijn en er nog veel praktische modaliteiten moeten worden uitgewerkt. "Dat de hervormingen vanaf 1 januari 2026 zouden gelden, is onrealistisch", meent Van Overloop dan ook.
Zo wijst ze erop dat een technische uitwerking van een digitale attestendatabank om het voorschrijfgedrag te monitoren, niet vanzelfsprekend is. Daarnaast moeten nog normen uitgewerkt worden om te bepalen wanneer voorschrijfgedrag afwijkend is en zijn ook de mogelijke financiële sancties nog niet concreet.
Dat er extra richtlijnen komen over 'de gepaste duur van arbeidsongeschiktheid' bij bepaalde pathologieën, juicht Van Overloop wel alvast toe. "Die kunnen ons ondersteunen in ons werk."
Lees ook : Ziektebriefjes voor maximaal drie maanden en artsen riskeren boetes