Een experiment in Duitsland met het basisinkomen heeft voor de onderzoekers grotendeels positieve conclusies opgeleverd. Zo is er sprake van een betere levenskwaliteit en heeft men meer geld, zonder minder te werken. De organisatie Mein Grundeinkommen lichtte woensdag de conclusies toe van het experiment, dat onder begeleiding stond van economen. Ook de gevolgen op gezondheidsvlak kwamen ter sprake.
In een periode van drie jaar, van juni 2021 tot mei 2024, kreeg een honderdtal personen zonder voorwaarden een basisinkomen van 1.200 euro per maand. Het ging naar eigen zeggen om "de grootste studie wereldwijd over het basisinkomen, opgezet vanuit het middenveld".
Mein Grundeinkommen zette de studie op samen met economisch onderzoeksinstituut DIW en verschillende Europese universiteiten. De studie was gericht op 21-40-jarigen met een maandloon van 1.100 tot 2.600 euro. Volgens de vorsers leidde de toekenning van het basisinkomen niet tot het opzeggen van de job of het verminderen van de wekelijkse arbeidsduur. Negentig procent werkte gemiddeld 40 uur per week, wat evenveel is als in de vergelijkende 'controlegroep'.
Slaapkwaliteit
De studie laat volgens DIW toe om "bepaalde clichés en stereotypen" over het basisinkomen tegen te gaan, bijvoorbeeld dat van een "hangmatmaatschappij" waarbij het basisinkomen tot nietsdoen zou leiden.
De deelnemers zetten meer dan een derde van het basisinkomen opzij, waardoor ze maandelijks 779 euro spaarden, of het dubbele dan normaal. Voorts bleek er op gezondheidsvlak sprake van een betere kwaliteit van slaap en vrije tijd.
Het basisinkomen werd een tijdlang opgeworpen door de Duitse linkerzijde, maar het is momenteel geen thema meer.