De rol van de apotheker is volop aan het verschuiven van medicatieverstrekker naar zorgverlener met een bredere preventieve taak. Een nota over de versterking van de preventieve rol van de apotheker die Medi-Sfeer kon inkijken, stuit op weerstand bij Bvas. “Het enige dat men niet wil overnemen van de huisarts zijn onze administratieve taken,” klinkt het schamper.
De nota die voor bespreking voorligt in een werkgroep op het kabinet markeert de zoveelste etappe in de ontmanteling van de preventieve rol van de huisarts. Onder het mom van ‘tijd vrijmaken voor de huisarts’ proberen de apothekers zijn taken in te palmen en zijn rol van coördinator te ondergraven. Minister Vandenbroucke legt hen daarbij geen strobreed in de weg. Integendeel, voor de apothekers wordt de rode loper uitgerold.
Maatschappelijk draagvlak creëren voor de nieuwe rol van de apotheker is een koud kunstje. Het gaat steeds op dezelfde manier: huisartsen hebben overvolle agenda’s en kampen met oplopende werkdruk. Tegelijk stijgt de vraag naar laagdrempelige en snelle zorg, zeker op het gebied van vroegdetectie en preventie. Enter de apotheker: fysiek en praktisch goed gepositioneerd, toegankelijk zonder afspraak en met lange openingsuren. Door apothekers toe te staan eenvoudige diagnostiek en metingen uit te voeren, kan zorg sneller, efficiënter én dichter bij de patiënt geleverd worden. Wie kan daar iets op tegen hebben?
WUG-wet aanpassen
De wet op de uitoefening van de gezondheidsberoepen (WUG) beperkt momenteel de bevoegdheden van apothekers tot het afleveren van medicatie en geeft hen geen recht op het opsporen van ziekten of aandoeningen. In het nieuwe voorstel mogen apothekers plots wel zogenaamde point-of-care-testen uitvoeren. Denk aan sneltesten voor infectieziekten zoals Covid-19, influenza, RSV, keelpijn met verdenking op streptokokken, maar ook metingen als bloedglucose, HbA1c bepaling via vingerprik, en testen bij vermoeden van een urineweginfectie.
Dat vereist wel een aanpassing van de wetgeving, “zodat ook een apotheker gemachtigd is om ‘ziekten en gebrekkigheden op te sporen’ (art.3) en verder eenvoudig, verantwoord en laagdrempelig in staat is een interventie zoals bloeddrukmeting, vingerprik ed. autonoom uit te kunnen voeren.”
Er hoeft geen tekening bij dat deze uitbreiding interfereert met het takenpakket van de huisarts. Voor dr. Stijn Geysenbergh (Bvas) is de wijziging van de WUG-wet een brug te ver. “Dit is het verder uitkleden van de rol van de huisarts onder het mom van het algemeen nut. Het opsporen en behandelen van ziekten is de job van de arts, niet van de apotheker. Het enige dat niemand wil overnemen van de huisarts is het invullen van de talloze administratie.”
“Dit kan hoegenaamd niet”
Zijn collega Jos Vanhoof (Vlaams Artsensyndicaat) zit op dezelfde golflengte. Als exclusieve mandaathouder van het zorgvoorschrift komt het aan de huisarts toe om indien nodig zorgtaken te delegeren, zegt hij. “Zorgdelegatie kan je niet zien als subsidiaire zorg. Bij subsidiaire zorg geef je de zorg en de verantwoordelijkheid af, bij zorgdelegatie vertrouw je zorg toe, maar behoud je de verantwoordelijkheid.”
Apothekers hebben hun meerwaarde in het zorgreferentieteam van de patiënt, aldus nog dr. Vanhoof. “Maar hier willen ze de volledige zorg van het zorgreferentieteam naar zich toe trekken: dit kan hoegenaamd niet.”
Bij het ASGB en Domus Medica blijft het voorlopig stil over de nota. Aan Franstalige kant viel er wel stevig voorbehoud te noteren bij de GBO, partner van het ASGB in het Kartel.
> Lees de nota