Professor Sebastiaan De Schepper heeft een Odysseusbeurs (FWO) van bijna 1 miljoen euro gekregen voor zijn onderzoek naar Parkinson. De beurs moet toelaten om de komende vijf jaar te onderzoeken of aangetaste immuuncellen in de darmen een voorbode zijn voor de ziekte. Dat meldt de UAntwerpen vrijdag - op Wereldparkinsondag.
Het is al geruime tijd duidelijk dat de ziekte van Parkinson gekoppeld is aan problemen in de maag en de darmen. Sebastiaan De Schepper, verbonden aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie en de UAntwerpen, is gespecialiseerd in wat hij de "stofzuigers van onze darmen" noemt. Met de beurs kan De Schepper een onderzoeksgroep uitbouwen met buitenlandse experten. Hij vermoedt dat bij bepaalde patiëntengroepen de eerste tekenen van de ziekte zichtbaar wo rden in de darmen.
Parkinson is de snelst groeiende neurologische aandoening ter wereld. De ziekte is ongeneeslijk en tast het lichaam geleidelijk aan door zenuwcellen in de hersenen af te breken. De ziekte treft in België 50.000 mensen, al zal dat cijfer wellicht sterk oplopen in de toekomst.
Met de juiste behandeling kunnen symptomen echter worden afgeremd. "Een vroege diagnose is dus cruciaal", zegt De Schepper. "Vandaag gebeurt de diagnose vaak pas wanneer motorische klachten optreden, maar tegen dan is het merendeel van de aangetaste zenuwcellen in de hersenen reeds afgestorven."
De oorzaak van Parkinson is niet bekend, maar wetenschappers gaan ervan uit dat het klonteren van een eiwit (alfasynucleïne) een grote rol speelt. Datzelfde eiwit komt ook in de darmen voor. "Net zoals in de hersenen kan het daar beginnen samenklonteren, mogelijk al decennia voor de eerste motorische symptomen", aldus De Schepper.
Veel parkinsonpatiënten kampen al jaren voor hun diagnose met darmklachten, vooral constipatie. Bij ongeveer de helft van alle ziektegevallen begint de ziekte mogelijk in de darmen, waarna het overslaat op het hersenzenuwstelsel. Bij de andere helft van de patiënten begint de aftakeling meteen in het brein.
Wetenschappers merkten op dat bepaalde immuuncellen - macrofagen of 'stofzuigers' die afvalstoffen opruimen - falen wanneer ze klonters proberen te verwerken. Die "kapotte stofzuigers" zouden met andere woorden een belangrijke rol kunnen spelen in het opstarten van het ziekteproces. "We gaan via darmonderzoek en bloedanalyses schadelijke immuuncellen identificeren", besluit De Schepper. "Als we daarin slagen, kunnen we misschien een biomarker (een indicator, red.) ontwikkelen om de ziekte jaren nog voor de eerste klachten te detecteren."