Boosterprik met Moderna en Pfizer na vier maanden

Het tijdsinterval bij de vaccins van Pfizer en Moderna voor een boosterprik wordt ingekort van zes naar vier maanden na de tweede prik. Dat meldt Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V). De beslissing werd genomen door de ministers van Volksgezondheid van de verschillende regeringen.

"Het interval van Pfizer en Moderna wordt ingekort van 6 maanden naar minstens 4 maanden na de tweede prik", tweet Beke. "Op die manier kunnen we de boostervaccinatie versnellen, een belangrijke verdedigingslinie tegen de omikronvariant. Vlaanderen maakt zich klaar om te versnellen."

De taskforce vaccinatie had eerder op de dag al aangeraden dat het tijdsinterval tussen de tweede en derde prik, de boosterprik dus, van de mRNA-vaccins van Pfizer en Moderna teruggebracht kan worden tot 4 maanden. Het advies ging naar de verschillende ministers van Volksgezondheid in de interministeriële conferentie Volksgezondheid (IMC). Daar werd de beslissing woensdagavond genomen via elektronische procedure, klinkt het bij het kabinet Beke. 

"Concreet betekent dit dat op korte termijn de vaccinatiecentra hun capaciteit zullen aanpassen en meer mensen sneller zullen uitnodigen. Ook de termijnen van QVax worden aangepast. Je inschrijven op QVax.be (of bruvax voor de Brusselaars) kan nog steeds", voegen de leden van de IMC Volksgezondheid en het Regeringscommissariaat Corona toe. Alles wordt in het werk gesteld zodat de uitnodigingen kunnen vertrekken en iedereen een afspraak kan inplannen in de "komende dagen en weken".

Voor wie een prik met de vaccins van AstraZeneca of Johnson&Johnson gekregen heeft, verandert er niets. Daar blijft de tijdspanne voor een boosterprik op respectievelijk vier en twee maanden na de initiële vaccinatie.

De leden van de IMC Volksgezondheid en het Coronacommissariaat bedanken uitdrukkelijk iedereen die al een boosterprik gekregen heeft en de medewerkers in de vaccinatiecentra. "Deze boostervaccinatie blijft immers een sleutelelement in de strijd tegen het COVID-19 en verhoogt ook de effectiviteit van de bescherming tegen de nieuwe omicronvariant. Deze variant rukt met grote snelheid op waardoor maximaal moet ingezet worden op zo veel mogelijk 'verdedigingslinies'", klinkt het.

"Uit een Britse studie is gebleken dat na een geleidelijke afname van de werkzaamheid van het vaccin, een boosterprik de werkzaamheid van het vaccin tegen symptomatische vormen van de infectie, veroorzaakt door de delta- of omicronvariant, "tot meer dan 70 procent deed toenemen". Een verhoging van de vaccinatiegraad en snellere toediening van de boosterprik zijn cruciaal om de capaciteit van de omikronvariant om zich te verspreiden tegen te gaan, luidt het.

Zowat 4,25 miljoen volwassenen moeten hun boostervaccin nog krijgen. Voor die groep zijn al 1 miljoen afspraken gepland of uitnodigingen verstuurd voor de laatste twee weken van het jaar. Tegen eind december zullen volgens de huidige stand van zaken 4 miljoen burgers een boosterprik gekregen hebben.

> Advies Hoge Gezondheidsraad

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.