De spoedgevallen merken al jaren een stijging van het aantal patiënten en die trend zal de komende jaren aanhouden. Dat blijkt uit cijfers van het Antwerpse Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS), de grootste gezondheidsorganisatie in België.
ZAS ziet verschillende verklaringen voor de stijging. Eerst en vooral is er het dalend aantal huisartsenuren. Ook het aantal huisartsen in de steden zal de komende jaren dalen, wat zorgt voor een lagere toegankelijkheid van de eerstelijnszorg.
Daarnaast merkt de ziekenhuiskoepel een verschuiving van opnames in het ziekenhuis naar het dagziekenhuis. Tot slot zijn er de vergrijzing van de bevolking en de algemene verschuiving van een deel van de eerstelijnszorg naar de spoeddiensten.
De vijf spoeddiensten van ZAS hebben vorig jaar 188.000 patiënten ontvangen. Dat zijn er 10.500 meer dan in 2023. Met de twee eerstehulpcentra erbij stijgt het totaal tot 209.000 patiënten. Een op de dertien patiënten was in levensbedreigende toestand. Algemene ziekteklachten, zoals buikpijn, zijn goed voor een kwart van de aanmeldingen.
"209.000 patiënten, dat komt overeen met negen volle Sportpaleizen", berekende Brecht De Tavernier, diensthoofd van de spoeddiensten bij ZAS. "Omdat de aantallen blijven stijgen, moeten we investeren in extra mensen en het aantal artsenuren optrekken. Door de combinatie van spoeddiensten met eerstehulpposten, anticiperen we op de daling van het aantal huisartsenuren, de toenemende zorgvraag en de vergrijzing."
