Op dit moment liggen er 343 patiënten op de afdelingen intensieve zorg, het hoogste aantal sinds begin juni. Dat blijkt donderdag uit het dagrapport van gezondheidsinstituut Sciensano. Dat wil zeggen dat de bovengrens van fase 0, waar maximaal vijftien procent van de bedden op de afdelingen intensieve zorg wordt voorbehouden voor COVID-19-patiënten, overschreden is.

Tussen 25 en 31 oktober raakten dagelijks gemiddeld 7.758 mensen besmet met het coronavirus, een stijging met 36 procent in vergelijking met de voorgaande periode. Er werden elke dag ruim 84.200 testen afgenomen, een stijging met 25 procent. De positiviteitsratio klokt af op 9,7 procent.

Elke dag worden er 164 patiënten opgenomen in het ziekenhuis, blijkt uit gegevens van de periode van 28 oktober tot 3 november. Dat is 31 procent meer dan een week geleden. In totaal liggen er nu 1.858 patiënten in het ziekenhuis (35 procent meer), van wie er dus 343 intensieve verzorging nodig hebben (34 procent meer). Onder hen hebben 163 patiënten ademhalingsondersteuning nodig. 

De bezettingsgraad van erkende bedden op de Belgische afdelingen intensieve zorg is gestegen naar zeventien procent. De druk is het hoogste in de provincie Luxemburg (26 procent), gevolgd door Waals-Brabant (22 procent), het Brussels gewest (22 procent) en Vlaams-Brabant (negentien procent).

Toch is het reproductiegetal voor België, gebaseerd op het aantal ziekenhuisopnames, licht gedaald tot 1,18 (vijf procent minder). Dat betekent dat de pandemie in kracht toeneemt en het aantal ziekenhuisopnames stijgt, maar minder snel stijgt dan voorheen.

Elke dag bezweken er tussen 25 en 31 oktober gemiddeld twintig mensen aan de gevolgen van het virus, ook een stijging met 31 procent. In totaal stierven sinds de start van de pandemie al 26.100 Belgen aan COVID-19.

Zowat 8,7 miljoen Belgen hebben intussen een eerste prik gehad, wat overeenkomt met 88 procent van de volwassen bevolking. Ruim 8,5 miljoen inwoners zijn volledig ingeënt, goed voor 86 procent van de achttienplussers. 

Op 2 november had 75 procent van de jongeren tussen twaalf en zeventien jaar oud een eerste dosis van een vaccin gekregen: in Brussel was dat 42 procent, in Vlaanderen 86 procent, in Wallonië 66 procent en in de Duitstalige gemeenschap 58 procent.