Majeure depressie (MD) is een wereldwijd probleem vanwege de toenemende prevalentie. Ondanks de identificatie van talrijke evidence-based psychotherapieën voor de behandeling van MD, zijn er veel belemmeringen voor de toegang van patiënten tot deze behandelingen. Virtual Reality (VR) is al gebruikt als therapeutisch hulpmiddel voor verschillende psychische aandoeningen, maar er zijn maar weinig onderzoeken die het klinisch gebruik ervan bij de behandeling van MDD hebben onderzocht.
Onder leiding van dr. Margot Paul en haar team aan de Stanford University, bestudeert dit onderzoek de klinische effectiviteit van een prototype van Extended Reality–Enhanced Behavioral Activation (ER-EBA). Het doel van het onderzoek was om vast te stellen of ER-EBA haalbaar en effectief was bij de behandeling van MD in een poliklinische teleconsultatiedienst.
Virtual reality, dat een verscheidenheid aan immersieve technologieën omvat, biedt een unieke kans om effectieve en toegankelijke behandelingen voor MD te bieden. Deze studie, de eerste in zijn soort om de klinische effectiviteit van een ER-EBA protocol te onderzoeken, toont de haalbaarheid en effectiviteit van deze innovatieve aanpak aan.
Het onderzoek, waaraan 26 poliklinische patiënten met MD deelnamen, vergeleek het gebruik van ER-EBA met traditionele gedragsactivering via teleconsultatie. Deelnemers werden gevraagd om een Meta Quest 2 VR-headset te gebruiken om gesimuleerde plezierige of controleactiviteiten uit te voeren, zoals interactieve spellen en virtual reality danssessies.
De resultaten toonden aan dat ER-EBA statistisch niet inferieur was aan traditionele gedragsmatige activering en de ernst van depressieve symptomen, zoals gemeten met de Patient Health Questionnaire (PHQ)-9, significant verminderde.
Deze studie opent nieuwe perspectieven voor de behandeling van depressie. Door de voordelen van virtual reality te combineren met meer conventionele therapieën, zou ER-EBA een toegankelijkere en effectievere aanpak kunnen bieden voor patiënten die lijden aan MD, terwijl barrières voor de toegang tot geestelijke gezondheidszorg worden verminderd.