Amper 5% van de huisartsen in de eerstelijnszone Brugge maakt gebruik van digitale triagesystemen om de werkdruk in de praktijk te beheersen. Andere methoden worden vaker ingezet, al geeft 38% van de huisartsen aan een vorm van digitale triage te overwegen in de toekomst.

Dat blijkt uit een bevraging van Eerstelijnszone Brugge in samenwerking met Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen en Domus Medica, met steun van de Europese Unie. In totaal vulden 113 huisartsen in de loop van december 2024 de vragenlijst in. De resultaten verschenen op 27 februari op de webstek van de ELZ Brugge. 

De centrale vraag in de enquête peilde naar de methoden die huisartsen gebruiken om de werkdruk in hun praktijk te beheersen. Bij de antwoorden worden ‘minder huisbezoeken’, ‘agenda’s binnen de praktijk afstemmen’, ‘weekwachten’ en ‘een gedeeltelijke patiëntenstop’ het vaakst aangestipt. Twee andere methoden vervolledigen het lijstje: ‘functionaliteiten in het bestaande agendasysteem’ en ‘taakdelegatie’. 

Verder is ook telefonische triage goed ingeburgerd: 51% van de respondenten geeft aan gebruik te maken van telefonische triage, van beperkt tot sterk geprotocolleerd gebruik. Nog eens 38% zegt telefonische triage te overwegen in de toekomst. Deze triage wordt effectief bevonden ter verbetering van de patiëntenzorg en de praktijkorganisatie- en planning. 

Een beperkt aantal respondenten (5%) maakt op dit moment al gebruik van digitale triagesystemen (bv. Bingli, moetiknaardedokter.be). Digitale triage mag dan nog niet sterk ingeburgerd te zijn, toch geeft meer dan een derde (38%) van de bevraagde huisartsen aan dit in de toekomst te overwegen om de werkdruk te verlagen. De belangrijkste reden waarom digitale triage nog niet gebruikt wordt, is de verminderde toegankelijkheid die dit zou meebrengen voor bepaalde patiënten.

> Lees de resultaten

Lees ook :

> 20 Nederlandse huisartsenpraktijken zien voordelen in AI

> Nieuwe game traint huisarts en triagist om te beslissen bij spoedzorg