WHO-topman Tedros Adhanom Ghebreyesus heeft de apenpokken uitgeroepen tot "een internationaal gevaar voor de volksgezondheid". Die status is het hoogste waarschuwingsniveau van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) .

De recente uitbraak van het apenpokkenvirus buiten de streken waar het normaal in Afrika voorkomt, is volgens de organisatie van de Verenigde Naties nu een internationaal risico.

De WHO-chef volgt normaal gesproken het advies van een daartoe ingestelde commissie over de status van een aandoening. De leden van de commissie konden het er niet over eens worden, volgens Tedros. Maar hij kan ook zelf het voortouw nemen en heeft de apenpokken internationaal gevaarlijk genoemd. Het gaat vooral om Europa, waar het risico op besmetting volgens hem groter is dan elders.

Wie apenpokken oploopt, kan last krijgen van koorts, hoofdpijn, spierpijn en algehele malaise. Na een aantal dagen ontstaat een uitslag met blaasjes op de huid. Meestal worden mensen niet heel erg ziek van een infectie. Het virus treft momenteel vooral mannen die seks hebben met mannen, maar het is geen geslachtsziekte. Het virus verspreidt zich via huid-op-huidcontact. Iedereen kan het virus oplopen.

Tot dusver zijn volgens de WHO bij de huidige uitbraak 14.000 besmettingen vastgesteld in 71 verschillende landen. Vijf sterfgevallen worden wereldwijd aan de uitbraak van apenpokken toegeschreven.

Twee andere ziektes staan momenteel op het hoogste waarschuwingsniveau van de WHO. Dat zijn COVID-19, de ziekte die door het coronavirus wordt veroorzaakt, en polio. Eerder werden ook de Mexicaanse griep (2009), ebola (2014 en 2019) en het zikavirus (2016) uitgeroepen tot internationaal gevaar voor de volksgezondheid.