Mag je een bevriende arts morfine voorschrijven? (Orde)

Deze casus werd door Orde behandeld en komt aan bod in de nieuwsbrief van de provinciale raad Orde Antwerpen. Hij is geanonimiseerd zonder te raken aan de essentie van de zaak. Omdat een arts te lang te hoge dosissen morfine voorschreef aan zijn collega-vriend, overtrad hij een aantal deontologische principes en patiëntenrechten, wat hem een berisping oplevert, naast een aantal adviezen.

Dr. Deslicker (*) neemt al jaren hoge dosissen morfine voor zijn chronische pijn. Hij is hier verslaafd aan geraakt. Dat werd opgemerkt door de Toezichtcommissie die als federale overheidsinstelling toezicht moet houden op zorgverleners: nagaan of ze fysiek en psychisch geschikt zijn voor hun job en of ze de wet naleven. Wegens zijn verslaving kreeg dr. Deslicker van de Toezichtcommissie voorwaarden opgelegd en mag hij zijn beroep als arts enkel uitoefenen op voorwaarde dat hij geen voorschriften schrijft voor zichzelf.

Dr. Deschreiver (*) is de collega van dr. Deslicker. Beiden zijn huisarts in dezelfde groepspraktijk. Dr. Deschreiver werd door de groepspraktijk aangesteld als de behandelende en voorschrijvende arts van dr. Deslicker.

De Orde ontvangt een waarschuwing van het Riziv (Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle - DGEC) over het voorschrijfgedrag van dr. Deschreiver. Dr. Deschreiver schreef 1,5 jaar lang hoge dosissen morfine voor aan zijn collega, dr. Deslicker.

Deze waarschuwing wordt door de Orde behandeld als een klacht tegen dr. Deschreiver. Er start een onderzoek en dr. Deschreiver wordt gehoord.

Een eerste klacht behelst het onderhouden van toxicomanie (Artikel 21 Code). 
De arts dient de patiënt te wijzen op de gevolgen van onjuist geneesmiddelengebruik en van misbruik van substanties die tot afhankelijkheid kunnen leiden. De arts moet de risico's van automedicatie en overconsumptie van geneesmiddelen toelichten en bij ernstige middelenafhankelijkheid in multidisciplinair verband werken.

De arts mag geen behandelingen of geneesmiddelen voorschrijven louter op verzoek van de patiënt zonder dat de toestand van deze laatste dit medisch rechtvaardigt. Hij ziet erop toe geneesmiddelen voor te schrijven in de gepaste vorm en hoeveelheid om overconsumptie en overdosering te vermijden. De arts moet vermijden opioïden voor te schrijven op eenvoudig verzoek van de patiënt. Hij moet ten volle beseffen dat met deze geneesmiddelen kan worden gefraudeerd en dat ze bijgevolg  medisch onverantwoord kunnen worden gebruikt. Het onderhouden van toxicomanie zonder de nodige inspanningen te doen om de patiënt van zijn verslaving af te helpen, is ontoelaatbaar.

Uit het voorschrijfprofiel bij het Riziv blijkt dat de dagdosis morfine in de loop van 1,5 jaar steeg en niet daalde. Het blijkt dan ook niet dat er in deze periode pogingen werden gedaan om het opioïdengebruik af te bouwen.

Een tweede klacht gaat over de slechte zorgkwaliteit
De Wet patiëntenrechten (art. 4/1) zegt dat de gezondheidszorgbeoefenaar in het belang van de patiënt multidisciplinair overleg pleegt. En volgens de Code (art. 21) moet de arts bij ernstige middelenafhankelijkheid in multidisciplinair verband werken. Verder stipuleert art. 5 van de Wet patiëntenrechten dat de patiënt, zonder enig onderscheid op welke grond ook, tegenover de gezondheidszorgbeoefenaar recht heeft op kwaliteitsvolle dienstverstrekking die beantwoordt aan zijn behoeften.

Dat impliceert dat de arts zich bewust is van de grenzen van zijn kennis en zijn mogelijkheden. De arts vraagt, in het belang van de patiënt, het advies van collega's en andere gezondheidszorg-beoefenaars. Zo nodig stelt hij de patiënt voor hem te verwijzen naar een andere gekwalificeerde gezondheidszorgbeoefenaar. De arts aanvaardt slechts de patiënten die hij, volgens de huidige stand van de wetenschap, gewetensvol, zorgvuldig en respectvol kan verzorgen.

Verder zegt art. 6 van de Code dat elke beoefenaar van een gezondheidszorgberoep de patiënt moet verwijzen naar een andere ter zake bevoegde beoefenaar van een gezondheidszorgberoep wanneer de gezondheidsproblematiek waarvoor een tussenkomst is vereist, de grenzen van het eigen competentiegebied overschrijdt.

Uit het onderzoek blijkt dat dr. Deschreiver geen bijzondere kennis of ervaring heeft over verslaving. Hij overlegde enkel met de collega’s van de praktijk, die evenmin gespecialiseerd zijn in verslaving.

Dr. Deslicker werd behandeld in een verslavingskliniek. Daar werd hij gezien door een psycholoog, die af en toe een verslag stuurde aan dr. Deschreiver. Dr. Deslicker was gestopt met zijn bezoeken aan de psychiater. Dr. Deschreiver was hiervan op de hoogte. Er was geen regelmatig overleg tussen dr. Deschreiver en de psycholoog of de psychiater. Dr. Deschreiver heeft geen advies gevraagd aan of samengewerkt met een arts gespecialiseerd in verslaving. Ondanks een onderliggende chronische pijnproblematiek heeft hij de patiënt niet doorverwezen naar een pijnkliniek.

Zo kreeg dr. Deslicker onvoldoende gespecialiseerde zorg en heeft dr. Deschreiver onvoldoende multidisciplinair overlegd.

Voorschrijven op café

"De patiënt heeft ten opzichte van de gezondheidszorgbeoefenaar recht op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier", zegt art. 9 §1 van de Wet Patiëntenrechten. Daarnaast adviseerde de Nationale Raad op 20 januari 2018 over het onderhoud van toxicomanie en het risico op schuldig verzuim: "Telkens de arts verslavende medicatie voorschrijft zal hij dit zorgvuldig registreren in het medisch dossier." Ook kwamen in een advies van de Nationale Raad (18 juni 2022) deontologische aspecten aan bod van de zorgrelatie tussen een arts en een patiënt die tevens een naaste of een vriend is
"Deontologisch is zorg verlenen aan een patiënt met wie de arts een emotionele of vriendschappelijke relatie heeft niet altijd wenselijk. De persoonlijke relatie die de arts heeft met de patiënt, heeft invloed op hun respectieve gedrag in de context van de zorgrelatie. Kwaliteitszorg vereist een aangepaste omgeving en ingesteldheid."

"Informele, onaangekondigde en in ongeschikte ruimtes gehouden raadplegingen dienen vermeden te worden. Het voorschrijven voor zichzelf of naasten van medicatie die aanleiding kunnen geven tot misbruik of misbruik bestendigen, moet worden verboden."

Dr. Deschreiver was niet alleen een collega van dr. Deslicker, maar ook een vriend. Hij schreef de morfine vaak voor op café, na de wekelijkse gemeenschappelijke sportactiviteit. De medicatie werd dan niet genoteerd in het medisch dossier.

De combinatie van al deze elementen wijst op een gebrekkige zorgkwaliteit voor de betreffende patiënt.

Reactie van de aangeklaagde arts
Nadat hij voor de orde moest verschijnen, besluit dr. Deschreiver om de morfine volledig af te bouwen en door te verwijzen naar een externe arts als de collega wilt herstarten. Hij wenst wel behandelende arts van zijn collega te blijven voor zorg die niet gerelateerd is aan de verslaving.

Sanctie
Na het tegensprekelijk debat worden de inbreuken als bewezen geacht. Er is voldoende bewijs voor het onderhouden van toxicomanie en slechte kwaliteit van zorg. Vervolgens wordt er gestemd over de sanctie. Dr. Deschreiver krijgt een berisping en de volgende adviezen/praktische tips.

Praktische tips

  • Noteer elk voorschrift (voor verdovende medicatie) in het medisch dossier.
  • Bouw verslavende medicatie af.
  • Verslavingszorg is gespecialiseerde zorg. Wanneer het niet lukt om medicatie af te bouwen, verwijs dan door of werk samen met een multidisciplinair team, gespecialiseerd in verslavingszorg.
  • Als chronische pijn een verslaving in stand houdt, verwijs dan door naar de pijnkliniek.
  • Schrijf geen verslavende medicatie voor aan jezelf of aan naasten.
  • De zorg aan een patiënt met wie je een persoonlijke relatie hebt, is niet altijd wenselijk. Wees je ervan bewust dat dit een nadelige invloed kan hebben op je eigen gedrag en dat van je patiënt in de zorgrelatie.
  • Vermijd Informele, onaangekondigde en in ongeschikte ruimtes gehouden raadplegingen.

(*) fictieve naam

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Marc DE MEULEMEESTER

    28 januari 2025

    En van schuldig verzuim gesproken : waarom krijgen de “ collega’s “ uit de groepspraktijk geen berisping wegens “schuldig verzuim “ , daar waar verondersteld wordt door de Orde dat er achter iedere arts , al dan niet in nood , een andere arts staat ?

  • Geert MICHIELS

    27 januari 2025

    Op meerdere punten "rammelt" deze casus. Vriend, zelfde groepspraktijk, toch overleg met collega's van de praktijk. Waarom worden deze ook niet medeverantwoordelijk geacht: zij wisten ervan en deden blijkbaar niks om het toxicomane aan te pakken en de collega Deschreiver mee te begeleiden. Theoretisch van op afstand is het zeer gemakkelijk om van veelschrijfgedrag te spreken. Tot je zelf in zo'n situatie verzeild geraakt, en we zullen allemaal wel in meerdere of mindere mate dergelijke casus(sen) hebben. Als zelfbescherming om door de Orde niet aan het kruis genageld te worden, kun je patiënt ook opsolferen aan een andere collega, dan ben je ervan af. In praktijk is meer dan complex

  • Marc DE MEULEMEESTER

    27 januari 2025

    Hier , in de loopgraven van de Far West , kennen ze geen pijn”kliniek “, wel : ne pijn”bank” , waar de “verantwoordelijkheid “kan” gedeeld worden door het aantal leden !
    Kwijt zonder of ze hem er vanaf zouden gekregen hebben , en zo niet , wuk 1 “ sanctie “ er zou “gegeven “ zijn !