Oorlog in Oekraïne: zijn we voorbereid op een kernramp?

De oorlog in Oekraïne heeft al verstrekkende gevolgen gehad, op menselijk, politiek, economisch en historisch vlak. Het is lang geleden dat een oorlog op deze schaal werd gevoerd zo dichtbij Europa, en dat dwingt ons na te denken over de mogelijke impact op ons land. Al in de eerste dagen van de oorlog, insinueerde Poetin dat hij kernwapens zou kunnen inzetten. Bovendien was de centrale van Tsjernobyl al snel in Russische handen, wat vragen opriep over de veiligheid van de situatie aldaar.

We spraken met Johan Camps, kern- en stralingsfysicus bij het nucleaire onderzoekscentrum SCK CEN in Mol. Hij is daar verantwoordelijk voor een team dat onderzoek doet naar noodplanning, impact van radioactiviteit op de leefomgeving, en het optimaliseren van de controle op de ban op kernproeven.

Zijn team staat in voor het meten van radioactiviteit op verschillende locaties – de atmosfeer, water, bodem. Dit gebeurt onder andere met behulp van helikopters en drones, maar ook dichter bij de grond door mensen die op verschillende plaatsen metingen gaan verrichten.

Een belangrijk aspect van het werk is ook het ontwikkelen van computermodellen die kunnen berekenen waar radioactieve straling vandaan zou kunnen komen, of hoe het zich zou kunnen verspreiden.

Belgisch nucleair en radiologisch noodplan
Er bestaat in België al sinds 1991 een federaal noodplan voor situaties waarbij radioactiviteit vrijkomt of zou kunnen vrijkomen in de omgeving, en dit plan werd de laatste keer herzien in 2018 (1). Het omvat verschillende noodsituaties, gaande van een probleem bij een kerncentrale, het neerstorten van een ruimtevaartuig met radioactieve stoffen, tot een terroristische daad. Voorziet dit plan voldoende in een scenario waar een nucleair wapen ingezet zou worden? Dr. Camps licht toe dat het plan in detail beschrijft wat er moet gebeuren in geval van een noodsituatie met een kernreactor in België of in het grensgebied. Dit betreft niet alleen de kernenergiecentrales, maar ook de locaties waar onderzoek met nucleaire stoffen plaatsvindt, zoals SCK CEN zelf.

Daarnaast omvat het allerhande mogelijke scenario’s waarbij we te maken zouden kunnen krijgen met blootstelling aan radioactief materiaal, waaronder ook een nucleaire aanval. Moest er bijvoorbeeld een kernbom op Oekraïens grondgebied tot ontploffing gebracht worden, dan zal er zowel in België alsook door internationale instanties berekend kunnen worden wat de eventuele consequenties zijn, voor bijvoorbeeld de voedselketen. Hij benadrukt dat in een dergelijke oorlogssituatie er uiteraard andere bevoegde instanties ook hun rol zullen opnemen, en dat het nucleair noodplan niet op zich staat.

Op de vraag of de bevoegdheden van de verschillende instanties en overheden helder gedefinieerd zijn in het noodplan, klinkt een geruststellende bevestiging. Bovendien worden er regelmatig oefeningen uitgevoerd, waarbij zowel federale als lokale overheden betrokken zijn en waaruit lessen getrokken worden om het noodplan te verbeteren.

Zijn we op de hoogte van wat er gebeurt in Oekraïne?
Dr. Camps legt uit hoe we in België (en wereldwijd) geïnformeerd blijven over stralingsniveaus en de situatie in Oekraïne. Er bestaat in België een heel performant continu meetnetwerk, dat wordt uitgebaat door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC), en in Oekraïne wordt een soortgelijk systeem gebruikt. Die meetgegevens zijn openbaar, en we volgen dat ook van hier nauwlettend op. Bovendien is er regelmatig contact met de collega’s in Oekraïne.

Daarnaast hebben we voor alle kerncentrales in Oekraïne automatische berekeningen ontwikkeld, zodat we op eender welk moment, moest er een lozing van radioactiviteit gebeuren, een voorspelling kunnen doen van waar welke hoeveelheid radioactiviteit verwacht kan worden, ook in ons land. Overigens is er op dit moment geen enkel signaal dat er sprake zou zijn van een lozing.

Tot slot zijn er verspreid over de wereld een aantal heel gevoelige meetinstallaties, die voornamelijk gebruikt worden voor de controle op het verdrag van de ban op nucleaire proeven. Die kunnen extreem lage concentraties van radioactiviteit detecteren, en spelen dus ook een rol bij het monitoren van eventuele lozingen in Oekraïne.

Rol van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA)
Dr. Camps is erg tevreden met de rol die het IAEA ten tijde van deze oorlog heeft opgenomen, ook in samenspraak met de Oekraïense autoriteiten. Het IAEA omvat vele lidstaten, waaronder Rusland, maar dat heeft hen niet belemmerd om de situatie ter plaatse heel ernstig te nemen en ook actie te ondernemen. Ze hebben eind april een team specialisten naar Tsjernobyl gestuurd om daar de situatie te controleren na het vertrek van de Russische troepen. Tevens werd materiaal, zoals meetapparatuur, ter beschikking gesteld.

De bedoeling is om binnenkort ook specialisten naar de andere kerncentrales te sturen, die mee de veiligheid van de kerncentrales kunnen bewaken, en de lokale ploegen ondersteunen. Het behoeft geen betoog dat het werken onder constante druk, met minder mensen dan gewoonlijk, het risico op menselijke vergissingen kan verhogen. Dit zal dus binnenkort (deels) opgevangen kunnen worden door internationale ondersteuning.

Stroomstoring in Tsjernobyl
In het begin van de oorlog, toen de centrale van Tsjernobyl net door de Russen was ingenomen, viel de stroom uit. Er werd toen melding gemaakt van verhoogde radioactieve straling. Hoe zorgwekkend was dat eigenlijk? Dr. Camps vertelt dat er toen juist vóór het uitvallen van de stroom inderdaad verhoogde waarden werden weergegeven door de meetinstallaties ter plaatse, maar die waren niet eenduidig te verklaren door een mogelijke lozing. Na verder onderzoek, ook op andere locaties in Oekraïne, is de meest waarschijnlijke conclusie dat deze afwijkende metingen werden veroorzaakt door elektromagnetische interferentie. Dat is een techniek die wordt toegepast door het Russische leger om communicatiesystemen onbruikbaar te maken, en die ook impact heeft op de meetsystemen.

Wat als een kerncentrale gebombardeerd zou worden?
Dr. Camps legt uit dat kerncentrales worden gebouwd met verschillende lagen van bescherming. Allereerst zijn er fysieke barrières – een kerncentrale is bijvoorbeeld bestand tegen de impact van een neerstortend vliegtuig. Helemaal uitgesloten is een ongeval nooit in een dergelijke situatie, maar dan zijn er nog filters en sproeisystemen die de verspreiding van radioactief materiaal naar de omgeving kunnen verhinderen of beperken.

Kernwapens
De effecten van nucleaire wapens, of een zogenaamde atoombom, zijn vele malen ernstiger dan die van een noodsituatie bij een kerncentrale. Eerst en vooral is er het effect van de explosie, waardoor niet alleen op heel korte tijd een grote hoeveelheid prompte straling vrijkomt, maar ook een verzengende hitte ontstaat en schokgolven die mensen en gebouwen omverblazen. Die effecten zijn merkbaar tot op enkele kilometers, afhankelijk van de kracht van de bom.

De radionucliden die ontstaan bij zo’n kernexplosie zijn voornamelijk de kortlevende. Deze radioactieve producten worden dan meegevoerd en afgezet in de zogenaamde fall-out, en zorgen in de eerste tijd ook nog voor heel hoge stralingsdoses in de nabijheid van de explosie. Hoe ver de fall-out zal reiken, hangt enerzijds af van meteorologische omstandigheden zoals wind en neerslag, en anderzijds hoe dichtbij de aarde de explosie plaatsvond. Hoe hoger de explosie, hoe fijner de deeltjes waarop de radioactieve producten zich afzetten, en hoe verder die gedragen kunnen worden. Het is waarschijnlijk niet geheel uit te sluiten dat er ook een impact zou kunnen zijn op bijvoorbeeld de voedselketen in België of andere delen van Europa bij het gebruik van een kernwapen in Oekraïne.

Effecten van radioactieve producten
Eén van de belangrijkste radioactieve producten die kunnen vrijkomen bij een kernramp, is radioactief jodium, voornamelijk I-131. Dit heeft een relatief korte halveringstijd van 8 dagen. Er zijn ook andere producten die kunnen vrijkomen, zoals het vluchtige gas xenon, of cesium-137, dat een halveringstijd van maar liefst 30 jaar heeft. Xenon stapelt zich echter niet op in het lichaam zoals jodium dat doet, cesium kan dan weer voor een langdurige contaminatie van de bodem zorgen waardoor – zoals in Fukushima – mensen langdurig niet meer in bepaalde regio’s kunnen verblijven of wonen.

Jodium wordt heel specifiek opgenomen door de schildklier, en als daar radioactief jodium terechtkomt kan dat schade veroorzaken. In Tsjernobyl zagen we dat bij mensen die onmiddellijk aan hoge doses waren blootgesteld, de schildklier volledig werd vernietigd, waardoor ze vervolgens levenslang schildklierhormonen moesten nemen. Dat is vervelend, maar niet onoverkomelijk.

Echter, in de loop van de tijd bleek dat heel wat kinderen die na de ramp aan kleinere doses werden blootgesteld, jaren later schildklierkanker ontwikkelden. Die blootstelling gebeurde deels door inademing, maar voornamelijk door het eten van voedsel met radioactief jodium. Met name melk bleek hoge concentraties te bevatten: de radioactiviteit wordt als het ware geconcentreerd in de melk doordat koeien grazen over een grote grasoppervlakte. Bij volwassenen werd geen stijging gezien van het aantal schildklierkankerdiagnoses.

Opvallend is ook dat er geen stijging werd gezien in de incidentie van andere kankersoorten, ook niet in de omliggende structuren zoals de slokdarm of luchtpijp. Evenmin werd er een toename gezien van geboorteafwijkingen na de rampen in Tsjernobyl en Fukushima.

Iedereen een doosje jodiumtabletten?
Bij de start van de oorlog zagen we al in het nieuws dat plots veel mensen jodiumtabletten gingen halen bij hun apotheek. Dr. Camps legt uit wat – in algemene zin – de logica daarachter is.

Hij benadrukt dat het noodplan in België voorziet in zeer lage grenswaarden voor de voedselketen, wat betekent dat bij een minimale besmetting van voeding deze niet meer gebruikt zal worden. Het gaat er dus vooral om mensen te beschermen tegen het inademen van radioactief jodium.

Als men tabletten met stabiel jodium inneemt, idealiter kort voor de te verwachten blootstelling, zal het radioactief jodium niet worden opgenomen in de schildklier, en kunnen zo de langetermijngevolgen vermeden worden. In België wordt geadviseerd dat er in ieder huishouden een doosje jodiumtabletten beschikbaar is voor mensen onder de 40. De tabletten zijn dan in te nemen op het moment dat de relevante autoriteiten dit adviseren.

Deze aanbeveling maakt deel uit van de algemene campagne die gevoerd wordt om voorbereid te zijn op een mogelijke nucleaire noodsituatie, en staat los van de situatie in Oekraïne. Men zou het kunnen vergelijken met de aanschaf van een brandblusapparaat – niemand verwacht dat ooit nodig te hebben, maar moest dat het geval zijn zal je blij zijn dat het er is. Hoewel het advies geldt voor inwoners tot 40 jaar, wordt niemand uitgesloten en mogen in principe alle inwoners van België bij de apotheek op vertoon van hun identiteitskaart gratis jodiumtabletten ophalen. Als je ouder bent dan 40, of allergisch aan jodium, is het wel verstandig eerst je huisarts te consulteren, aangezien de inname van jodium niet voor iedereen is aangeraden. Dr. Camps bevestigt dat er voldoende jodium beschikbaar is in ons land.

Rol van de apotheker en de (huis)arts

Apothekers en huisartsen en kunnen een belangrijke rol spelen bij het informeren van hun patiënten over de algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot nucleaire noodsituaties, en het beantwoorden van specifieke vragen, bijvoorbeeld over het gebruik van jodiumtabletten.

Daarenboven zou het goed zijn als apothekers en (huis)artsen bekend zijn met acute stralingseffecten, zodat ze deze kunnen herkennen moest er sprake zijn van accidentele of opzettelijke blootstelling aan een bron van radioactieve straling zonder dat mensen daar weet van hebben. Het kan daarbij gaan om roodheid en blaarvorming van de huid, misselijkheid en braken, en kortademigheid door longoedeem bijvoorbeeld. Indien zich clusters voordoen van mensen met gelijkaardige symptomen is het niet ondenkbeeldig dat apothekers en huisartsen hier in eerste lijn zicht op hebben.

En vanzelfsprekend, moest zich effectief een ramp voltrekken met slachtoffers, dan zullen artsen hun medische rol moeten opnemen, mét de nodige voorzorgen.

 

Wat kunnen mensen zelf nog doen?
In het geval van een nucleaire noodsituatie is het allereerst belangrijk om binnen te blijven en het nieuws te volgen voor instructies van de bevoegde autoriteiten. Indien men moet evacueren of naar een schuilplek gaan is het best om voldoende voedsel en water te voorzien, aangezien het niet altijd duidelijk zal zijn hoe lang de situatie zal duren. Ook kan het aangewezen zijn om te douchen vóór vertrek, en andere kleren aan te doen, voor het geval er al contaminatie heeft plaatsgevonden. Het heeft weinig zin om extra lagen kledij aan te doen. Een mondmasker, nu iedereen dat liggen heeft, kan bij een nucleair ongeval nuttig zijn, alhoewel het zeker ook niet alle radioactieve stoffen zal tegenhouden.

Er wordt in het noodplan een lage drempel gehanteerd waarboven wordt overgegaan tot een advies om te schuilen, omdat er vanuit een voorzorgsprincipe gewerkt wordt. Men zal doorgaans gewoon in de eigen woning of andere gebouwen kunnen schuilen.

 

Dr. Camps concludeert dat hoewel het verloop van deze oorlog en de gevolgen ervan moeilijk te voorspellen zijn, we in België een degelijk noodplan hebben klaarstaan. Instanties zoals het SCK CEN en het FANC werken nauw samen met internationale organisaties zoals het IAEA, en zijn evenals de overheden goed voorbereid op de mogelijke scenario’s. Artsen kunnen hierbij een rol spelen door hun patiënten te informeren over wat zij zelf kunnen doen in dit kader.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Marc DE MEULEMEESTER

    25 juli 2022

    Alle x massahysterie , zoals op Tomorrowland !
    Putain Putain en zijn bulldog Lavrov van Pavlov hebben er , samen met Zelensky , genoeg op gewezen dat de geruchten over een “ beperkte militaire ingreep “ in Oekraïne volkomen uit de lucht gegrepen waren en berustten op massahysterie !
    Wie toch bang is laat beter een capsule met cyaankali steken op wat er rest van zijn gebit !