De coronacrisis heeft ook de transplantatiecentra niet ontzien. Bij elke van de vier golven van de pandemie in België is die activiteit ingestort, zegt Isabelle Sénépart, van de cel orgaandonatie bij de FOD Volksgezondheid in L'Avenir.
"Enerzijds hadden patiënten COVID, in het geval er geen organen mochten worden weggenomen zouden ze hersendood zijn. Anderzijds, als er donoren waren, was er geen plaats op de afdelingen intensieve zorg", aldus Sénépart.
In 2020 telde de Belgische maatschappij voor transplantatie 245 effectieve donoren, terwijl dat in de jaren ervoor ongeveer 380 waren. Het gaat om een daling van ongeveer 30 procent vergeleken met 2017 en 2018. Het is ook het laagste cijfer sinds 2012.
"Wanneer het aantal donoren daalt, leidt dat tot langere wachtlijsten en een hoger risico op overlijden voor de mensen die wachten op een transplantatie", aldus nog Sénépart.
Voor een hart-, long- en levertransplantatie bedraagt de wachttijd één tot anderhalf jaar. Voor een niertransplantatie is dat 5 tot 6 jaar. De lijst met mensen die wachten op een nier, kende de grootste aangroei: van 914 kandidaten in 2019 tot 1.108 eind 2021.
