Artsenvereniging Domus Medica pleit voor een taalbad en -toets voor dokters die met een buitenlands diploma aan de slag willen in België. Volgens cijfers van de OESO waren er namelijk nooit eerder zoveel buitenlandse artsen actief in ons land. En dat kan een probleem vormen op vlak van communicatie met patiënten. "Taalvaardigheid ligt aan de basis van een goede vertrouwensrelatie tussen patiënt en arts", klinkt het. Bvas steunt de vraag om taaltesten maar vraagt ook transparantie van het Riziv.
Begin deze eeuw waren 4 op de 100 dokters in het buitenland opgeleid, vandaag zijn dat er al 14 op de 100. De meesten onder hen komen uit Frankrijk (1.620 artsen) en Nederland (1.590), maar ook Roemenië komt met 1.558 artsen dicht in de buurt. Ook andere Oost- en Zuid-Europese en Afrikaanse landen hebben steeds meer artsen in België, van wie vele n de taal niet machtig zijn.
"Het is logisch dat er binnen een eengemaakt Europa een vrijheid van patiënten en dus ook van artsen bestaat", vindt dokter Jeroen van den Brandt, voorzitter van Domus Medica. Maar de vereniging wil dat die artsen dan verplicht worden tot een taaltest, net als bij buitenlandse studenten die in België de opleiding geneeskunde willen starten. "Eigenlijk trek je dan iets gelijk."
Verder moet er meer Europese regulering komen, die over de kwaliteit van ons zorgsysteem waakt. "Roemenië heeft het hoogste aantal afgestudeerde artsen per duizend inwoners, die zich zonder ervaring over Europa verspreiden", zegt van den Brandt. Hij wil dat overal dezelfde kwaliteit van opleiding verwacht wordt. "Ik denk dat onze selectie in België misschien te streng is, maar we moeten onze kwaliteit wel hoog houden, ook bij zij-instromers. Dan gaat het om taal, bijscholing en accreditatie."
Bvas steunt taaltesten maar vraagt transparantie Riziv
Bvas, het grootste artsensyndicaat van het land, steunt de vraag om taaltesten. Maar de organisatie wil vooral graag weten wie die buitenlandse artsen zijn. "We zien al een tijd een discrepantie tussen het kadaster van het Riziv, waar de artsen toenemen, en de vaststelling op het terrein, waar we artsen tekort komen. Dat kunnen we wel rijmen met de toename in buitenlandse artsen", zegt de voorzitter van Bvas, dokter Johan Blanckaert.
In België moeten dokters zichzelf uitschrijven uit het Riziv, zodra ze hun post in ons land verlaten. Gebeurt dat niet, dan blijft het Riziv-nummer gewoon bestaan. Het is voor Bvas dus niet geheel duidelijk of de tienduizend ingeschreven buitenlandse artsen ook echt nog steeds aan de slag zijn. "Gaat het bijvoorbeeld om studenten die in hun eigen land zijn uitgesloten van een specialisatie en die maatregel willen omzeilen door hun opleiding in een ander Europees land voort te zetten?", vraagt Blanckaert zich af. "Er is dringend meer informatie nodig."
Vandenbroucke: naar nieuwe taalregels
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) laat weten dat hij werkt aan nieuwe regels die moeten garanderen dat zorgverleners de taal van de patiënt spreken. Er bestaat vandaag al heel wat wetgeving, zegt de minister, "maar die kan sluitender".
"Ik wil dat artsen de taal van de patiënt spreken en ik zal daartoe een sluitend voorstel indienen", reageert minister Vandenbroucke. Hij wijst erop dat het een recht van de patiënt is om in de eigen taal zorg toegediend te krijgen. In juni heeft de minister de administratie gevraagd om reglementaire aanpassingen voor te bereiden om kennis van een van de landstalen te kunnen afdwingen.
Hij merkt wel op dat daarbij de Europese regels niet uit het oog mogen worden verloren. Het zal dus gaan om één van de drie landstalen, waarbij ook de proportionaliteit meetelt. Niet voor alle zorgverlers zullen met andere woorden dezelfde vereisten gelden inzake taalkennis, bijvoorbeeld voor zorgverleners die niet of nauwelijks in contact komen met patiënten.
Vandenbroucke herinnert er ook dat hij voor het tweede jaar op rij de artsenquota in ons land heeft verhoogd. "De deelstaten hebben voor de zomer laten weten dit voorstel te zullen volgen. Ik roep hen dan ook op om hun bevoegdheid over de subquota optimaal in te zetten zodat er voldoende huisartsen, psychiaters, geriaters en andere worden opgeleid. Zo kunnen we tekorten in een aantal disciplines wegwerken."
N-VA: wat met Brusselse ziekenhuizen?
Vlaams parlementslid en Brusselaar Karl Vanlouwe (N-VA) vraagt dat minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke zijn engagement om een sluitend voorstel te doen opdat artsen de taal van de patiënt spreken ook toepast in de Brusselse ziekenhuizen. Daar kunnen Nederlandstalige patiënten vaak niet geholpen worden in hun taal. "Ook in de Brusselse ziekenhuizen moeten zij ook in hun taal bediend kunnen worden. Vlamingen mogen in Brussel toch niet als tweederangsburgers behandeld worden of gediscrimineerd omwille van hun taal", vindt de N-VA'er.