Tarifering per eenheid in een rvt: wat verandert er voor de huisarts?

De facturatie per eenheid van terugbetaalde (vaste) geneesmiddelen die voorgeschreven zijn aan bewoners van een rust- en verzorgingstehuis ging op 1 april van start. De zorgverstrekkers die daar als eerste mee geconfronteerd worden, zijn de officina-apothekers. Maar heeft het ook impact op de behandelende arts van de bewoners? De APB zou in elk geval graag met hen in gesprek gaan over de praktische gevolgen. Elke aanpassing van een behandeling of een posologie moet meteen meegedeeld worden aan de apotheker die het geneesmiddel aflevert, laat de APB weten.

 

De overheid rechtvaardigt de overstap naar een tarifering per eenheid omdat het noodzakelijk is het volume te beheersen van geneesmiddelen die door de ziekteverzekering voor haar rekening genomen wordt. Het past tevens in de strijd tegen verspilling. Het Riziv verwacht een jaarlijkse besparing van 10 miljoen euro. Waaruit bestaat de tarifering per eenheid? Een apotheker die een rusthuis bedient, moet de geneesmiddelen (in oraal-vaste toedieningsvorm) van de bewoners niet langer factureren per volledige verpakking, maar wel per eenheid, per persoon en voor een periode van zeven dagen. Dit geldt zowel voor acute als voor chronische behandelingen. Zo hoopt men beter aan te sluiten bij de reële consumptie. Bij hospitalisatie of overlijden van de bejaarde mag enkel de schijf van de laatste zeven dagen in rekening gebracht worden, en niet langer de volledige verpakking. De apothekers ontvangen van de ziekenfondsen voor deze prestatie een ereloon van 3 euro per bewoner per week. Dit bedrag wordt in september 2015 opnieuw geëvalueerd.

Een overgangsperiode, die volgens onze informatie loopt tot 31 augustus 2015, werd ingesteld om het systeem uit te voeren. Het was duidelijk dat softwareproblemen bij bepaalde apothekers de invoering van de tarifering per eenheid op de vooropgestelde datum onmogelijk maakte. Deze datum was al vooruitgeschoven van 1 januari naar 1 april. Daarom staat de overheid een progressieve invoering toe.

 

Overleg is absoluut noodzakelijk

Op de vooravond van de invoering van de tarifering per eenheid luidde de APB de alarmbel, met als argument dat de modaliteiten ervan nog steeds niet duidelijk waren. Niet voor de apothekers en evenmin voor de artsen. De Algemene Pharmaceutische Bond benadrukt dat het in een context van geëchelonneerde facturatie per week “noodzakelijk is dat de artsen systematisch de posologie en de duur van de behandeling op het voorschrift vermelden”. Op zich is dat niet revolutionair: het Koninklijk Besluit van 10 augustus 2005 dat de modaliteiten vastlegt voor het voorschrift voor menselijk gebruik stipuleerde al dat voorschriften onder andere de dagelijkse posologie en de vermelding van de duur van de therapie in weken en/of dagen moet bevatten, verduidelijkt het Riziv. De apothekers benadrukken sterk dit punt. Ze wijzen tevens op de systematische en snelle mededeling van elke verandering: “Het is zeer belangrijk dat elke verandering in de behandeling of de posologie meteen meegedeeld wordt aan de afleverende apotheker.

De APB herinnert er en passant ook aan dat het “splitsen van tabletten in de meeste gevallen niet beschouwd wordt als een kwaliteitsvolle praktijk, gezien het potentiële risico op variatie in de dosis”. Als basis voor het overleg werd een handig hulpmiddel uitgewerkt om met de artsen tot alternatieven te komen. De APB vindt overigens dat overleg tussen de twee beroepsgroepen – en daar kunnen de beheerders van de rusthuizen bij betrokken worden – meer dan ooit noodzakelijk is om de overgang goed te laten verlopen. De APB stelt voor om samen de praktische modaliteiten te bestuderen, wat op zijn beurt kan leiden tot de uitwerking van een “formularium of regels in verband met voorschrijven op stofnaam, vooral voor elke opstart van een behandeling en in het bijzonder voor chronische patiënten”.

 

Tarifering per eenheid en individuele medicatievoorbereiding zijn twee aparte zaken

De APB maakt van de gelegenheid gebruik om een hardnekkig misverstand over het veronderstelde verplichte karakter van de aflevering per eenheid uit de weg te ruimen. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen tarifering en aflevering per eenheid.  Een van de aflevermogelijkheden voor de apotheker is de IMV, wat staat voor individuele medicatievoorbereiding, en dat ongeacht of het manueel of geautomatiseerd gebeurt: geneesmiddelen die door een bepaalde bewoner op een welbepaald moment genomen worden, zijn voorbereid in kleine, individuele toedieningszakjes op naam. IMV wordt door sommige apotheken en apotheekketens aangeboden, maar is helemaal niet verplicht geworden op 1 april. Het APB voegt eraan toe dat de verplichte aflevering per eenheid zelfs onmogelijk is vermits op de lijst van orale en droge vormen waarop de tarifering per eenheid van toepassing is (lijst opgesteld door het Riziv), een aantal producten figureren –  poederzakjes, korrels of bruistabletten – die door kwaliteitsredenen niet geïntegreerd kunnen worden in een geautomatiseerd IMV.

De aflevering per eenheid is dus niet meer dan een mogelijkheid. Apothekers kunnen nog steeds kiezen voor de aflevering van een deel van een verpakking (per blister) of voor de publieksverpakking.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.