Het aantal moeders dat sterft in België tijdens de zwangerschap of na de bevalling zit in stijgende lijn. Dat blijkt woensdag uit cijfers van het federaal statistiekbureau Statbel.
De stijging wordt mede veroorzaakt doordat de expertengroep sinds 2018 de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) volgt. Daardoor worden meer gevallen van moedersterfte, waaronder ook zelfmoorden, mee in aanmerking genomen.
De cijfers zijn berekend door Statbel, het Belgische analyseorgaan voor moedersterfte BAMM en gezondheidsinstituut Sciensano voor de periode van 2018 tot 2022. De moedersterfteratio voor de vijfjarige periode met 2020 als middelpunt bedraagt 8,8 sterfgevallen per 100.000 levendgeborenen. In 2014 ging het om 3,69 sterfgevallen.
Een maternaal overlijden kan voorkomen vanaf het moment van de bevruchting tot een jaar na de bevalling. De moedersterfteratio is de verhouding tussen het aantal waargenomen rechtstreekse en onrechtstreekse maternale overlijdens in de loop van een jaar en het aantal levendgeborenen in datzelfde jaar, uitgedrukt per 100.000 levendgeborenen. Laattijdige overlijdens worden bij de berekening van die ratio niet aanmerking genomen.
De meeste voorkomende oorzaken waren een verloskundige embolie, een complicatie bij de arbeid en de bevalling, of een complicatie bij het postpartum (na de bevalling). In bijna een op de vijf sterfgevallen was de belangrijkste doodsoorzaak een letsel dat de moeder zichzelf heeft toegebracht.