Professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent) is al geruime tijd voorstander van een hervorming van de arbeidsmarkt. Maar de kliklijn die minister Vandenbroucke opricht voor huisartsen die te veel ziektebriefjes schrijven, kan niet op zijn goedkeuring rekenen. Het is vooral een symboolmaatregel, denkt hij.
In een interview dat zaterdag in De Morgen verscheen, laat de bekende arbeidseconoom Stijn Baert zich kritisch uit over het meldpunt waar werkgevers huisartsen kunnen aangeven als ze vinden dat die onterecht ziektebriefjes voorschrijven. “Het gaat vooral om een symboolmaatregel,” denkt de Gentse hoogleraar.
“Je weet nooit zeker wat er elders in de wereld allemaal gebeurt, maar ik ken geen enkel ander land met zo’n kliklijn. Deze maatregel spreekt tot de verbeelding omdat hij zo flink of zelfs flinks is, want ze komt van een socialistische minister. Maar er is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor.”
Volgens Stijn Baert wil de regering met het meldpunt bewijzen dat ze naast de mutualiteiten en de werkgevers ook de artsen ter verantwoording roept. Wat ook kan meespelen, is dat de artsen weinig ‘vertegenwoordigers’ hebben rond de regeringstafel, vervolgt hij. “De vakbonden en mutualiteiten zijn mastodonten met veel meer macht en middelen om de regering te beïnvloeden. Domus Medica heeft minder sterke tentakels dan ABVV of ACV.”
Hij is zich bewust van de dubbele en dus delicate rol van huisartsen. “Ze zijn enerzijds de bewakers van onze sociale zekerheid, anderzijds zijn ze door hun eed van Hippocrates de eerste vertrouwenspersoon van zieken. Het is uiteraard ook belangrijk dat die tweede rol gewaarborgd blijft.”
Over de databank waar op termijn alle ziektebriefjes in terechtkomen en waarmee men met behulp van datamining artsen kan opsporen die buitensporig veel of extreem lange ziekteattesten schrijven, is Stijn Baert wel te spreken. Hij maakt de vergelijking met proffen die zich ook veel meer moeten verantwoorden voor hun werk en hun examencijfers.
De databank zal artsen voor het eerst aan een zekere controle onderwerpen, luidt het. “Net zoals bij de professoren zet de democratisering en de standaardisering van het artsenberoep zich hierdoor verder. Hun autoriteit is niet langer onaantastbaar. De wil van ‘mijnheer doktoor’ krijgt grenzen.”