“Huisartsen halen de wettelijke drempel van goedkoop voorschrijven niet. Die is bepaald op 60%, terwijl de Belgische artsen gemiddeld aan 54,8% komen. Plant u acties om die cijfers op te krikken?”, vroeg Karin Jiroflée (sp.a) aan minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld). De minister rekent op de artsen, en duidelijk niet op de apothekers.
Het idee om goedkoop voor te schrijven mag dan wel nobel zijn, de realiteit op het terrein toont aan dat er nog heel veel ruimte is voor verbetering. In haar antwoord laat minister De Block optekenen dat ondanks de reeds genomen maatregelen, de ideale wereld waarin alle zorgverstrekkers zich aan die afspraken houden, nog veraf is.
Zo heeft ze voor huisartsen in 2017 het quotum voor goedkope geneesmiddelen van 50 naar 60% gebracht en voor specialisten een jaar later. De feedback die de artsen krijgen, zou een positieve invloed hebben op het voorschrijfgedrag. Ook heeft ze de definitie van een ‘goedkoop geneesmiddel’ aangepast door de prijsverschillen binnen de goedkope geneesmiddelen aan banden te leggen.
Maar de rest van haar hoop legt de minister duidelijk bij de artsen: “Ik leg quota op, maar ik maan hen ertoe aan om hun voorschrijfgedrag aan te passen aan deze regels.”
De piste van substitutie door apothekers lijkt voor haar “niet de meest aangewezen weg”. Zo is er het probleem van allergieën aan bepaalde vulstoffen en zou substitutie een impact kunnen hebben op de therapietrouw. Ook oudere mensen zouden veel problemen kunnen ondervinden door substitutie. “De arts blijft voor mij de sleutelfiguur." "Wat ons betreft, mag er best wat meer druk worden uitgeoefend”, besluit Karin Jiroflée op het antwoord van de minister.
Bron: Parlementaire vraag nr. 27983, www.dekamer.be
Laatste reacties
Marc VERHAEGHE
25 februari 2019Mevr JIROFLEE was de dame die tien jaar geleden het plaatsen van AED in ons dorp maar nonssens vond en haar rode vriendinschepen daar in steunde: politieke visie???
M VERHAEGHE