"Als huisarts in Heusy in de provincie Luik was ik jarenlang stagebegeleider. In de loop der jaren heb ik de opleidingsvoorwaarden voor toekomstige huisartsen zien evolueren in een richting die mij niet gunstig lijkt. Een aantal factoren hebben een rol gespeeld, met als resultaat een slechtere kwaliteit van toekomstige eerstelijnsprofessionals", meent dr. Schmitz. Hier volgen enkele observaties en gedachten van hem over het onderwerp.
"De pas afgestudeerden van de afgelopen jaren hebben tijdens hun opleiding te maken gehad met een aantal ongunstige factoren. De verkorting van de studieduur van zeven naar zes jaar is niets nieuws. Maar dat is niet noodzakelijk een goede zaak voor hun professionele kwaliteit. Hoewel het weinig invloed heeft op de intellectueel sterkste studenten, moeten degenen die meer moeite hebben een steeds grotere hoeveelheid kennis in minder tijd assimileren. Kortom, de theoretische kennis is soms wat beperkt."
"Een tweede ongunstige factor, en niet de minst belangrijke, heeft de kwaliteit van de stages voor velen aangetast: Covid. De pas afgestudeerden die toen een praktijkopleiding volgden, ondervonden de gevolgen van de isolatie, net als hun stagebegeleiders. Monsters nemen voor PCR en andere tests nam een aanzienlijk deel van hun tijd in beslag, grotendeels ten koste van andere activiteiten die toekomstige huisartsen geacht werden te doen. De stagiairs die op de Covid-afdeling konden werken, ondervonden ook niet veel afwisseling in hun werk. Bovendien waren ze waarschijnlijk niet erg gericht op huisartsgeneeskunde."
"Alsof dat nog niet genoeg was, is er ook nog het probleem van de wachtdiensten tijdens de stages. Het officiële minimum is 10 wachtdiensten van 12 uur per jaar. In veel gevallen nemen stagiairs genoegen met deze minimumvereisten. En omdat een aantal van hen om bovengenoemde redenen over onvoldoende theoretische kennis en praktische vaardigheden beschikt, voelen ze zich niet op hun gemak tijdens een wachtdienst. Dat ongemak blijft na de stageperiode bestaan en als ze eenmaal ingewerkt zijn, leidt hun gebrek aan zelfvertrouwen ertoe dat ze situaties die huisartsen zelf vrij gemakkelijk zouden moeten kunnen oplossen, doorverwijzen naar spoedafdelingen."
"Dat leidt uiteraard tot overbelasting van de toch al verzadigde spoedgevallendiensten. We kunnen ons zelfs afvragen of dit ongemak hen er niet toe aanzet om te kiezen voor stedelijke locaties in plaats van landelijke medische praktijken. Op het platteland komen spoedgevallen in de huisartsenpraktijk vaker voor. Misschien durven sommige van onze jonge collega's er niet aan denken dat ze daarmee te maken krijgen. Zou dat een reden kunnen zijn voor het tekort aan artsen op het platteland?"
Comfortzone
"In dezelfde geest is er ook de kwestie van de comfortzone waaruit we niet durven te stappen. Hier moet gezegd worden dat de universitaire centra voor huisartsgeneeskunde het de stagiairs ongetwijfeld te gemakkelijk maken. Naar mijn mening 'pamperen' ze hen te veel, bijvoorbeeld door het tijdschema te regelen van de cursussen die tijdens de stage moeten worden gevolgd. Het is niet ongewoon dat deze theoretische cursussen beslag leggen op de tijd van de stagiairs."
"De universiteiten lijken zich terdege bewust te zijn van dit probleem, maar er zijn geen tekenen dat er veranderingen worden doorgevoerd om het te verhelpen. Het resultaat is dat we jonge mensen op het professionele toneel zien verschijnen die geen voldoende geavanceerde opleiding hebben genoten om de dienstverlening aan het publiek te kunnen bieden die overeenkomt met de werkelijke behoeften en waar het recht op heeft."
Laatste reacties
Marc DE MEULEMEESTER
27 februari 2024Ze zijn wel totaal digitaal en kijken meer naar het scherm dan naar de patient , maar hun computer is net zo min praktisch gericht als zijzelf !
Maar : het staat alle x ON LINE , en dat maakt mensen ( in Brussel !) gelukkig !