Patiënten blijven slaapmiddelen vaak te lang gebruiken, waardoor ze in heel wat gevallen tekenen van afhankelijkheid gaan vertonen. Dat blijkt dinsdag uit een onderzoek van het federaal geneesmiddelagentschap FAGG. Er wordt onder meer opgeroepen tot een betere medische opvolging.

Het FAGG heeft tussen februari en mei 2020 meer dan achthonderd patiënten online ondervraagd over het gebruik van benzodiazepines en aanverwante geneesmiddelen bij slaapstoornissen. De enquête werd afgenomen bij volwassen patiënten die niet in een ziekenhuis of woonzorgcentrum verblijven. De resultaten kunnen niet zomaar geëxtrapoleerd worden naar alle Belgische patiënten, maar ze hebben volgens het FAGG wel duidelijke aandachtspunten aan het licht gebracht.

Zo wordt er een hoge mate van verkeerd gebruik gemeld. De meeste ondervraagde patiënten gebruiken hun slaapmiddelen namelijk langer dan een jaar, hoewel chronisch gebruik wordt afgeraden. Wel is er slechts een minderheid van de patiënten die meer neemt dan de aanbevolen dosis. Meer dan een derde van de ondervraagde patiënten vertoont ook psychologische tekenen van afhankelijkheid. Bijna de helft blijkt het zeer moeilijk of onmogelijk te vinden om te stoppen.

De bevraging toont dat de aanbevelingen over de behandelingsduur niet worden gevolgd door patiënten, maar ook niet door de gezondheidszorgbeoefenaars die de slaapmiddelen maar blijven voorschrijven. 

Het FAGG herinnert er ook aan dat de slaapmiddelen onder meer kunnen leiden tot stoornissen van het zenuwstelsel en psychiatrische stoornissen. Bij ouderen vergroten ze ook het risico op vallen.

Het geneesmiddelenagentschap moedigt gezondheidszorgbeoefenaars nu aan om die risico's met patiënten te bespreken voor ze het slaapmiddel voorschrijven. Er wordt ook geadviseerd om na een week gebruik een nieuwe raadpleging in te plannen om de doeltreffendheid van de behandeling en de eventuele bijwerkingen te bespreken. Voorts wordt er nog voor gepleit kleinere verpakkingen voor te schrijven. Op die manier worden patiënten aangemoedigd om opnieuw op raadpleging te komen als ze de behandeling willen voortzetten.