Detectie, maar vooral preventie moeten de troeven zijn van de apps op mobiele terminals die in de medische wereld floreren. Het recente symposium van AZ Delta Roeselare bood een boeiende dwarsdoorsnede.
Vanaf 40 jaar heeft men één kans op de vier om voorkamerfibrillatie te ontwikkelen, de meest voorkomende hartritmestoornis, zelfs zonder er last van te hebben. Door 60 seconden de vingertop op de smartphone te houden geeft een app mee of u al dan niet een hartritmestoornis hebt.
Dr. Karl Dujardin, diensthoofd cardiologie AZ Delta en een van de twee moderatoren van het symposium: “Als gegevens via de app regelmatig naar de hartspecialist vertrekken, kan de arts sneller ingrijpen. Het is denkbaar dat binnen een jaar of twee de arts naast medicaties ook apps zal voorschrijven (n.v.d.r: zie ook onze serie m-health)”
In de praktijk
De dienst cardiologie AZ Delta participeert samen met de Huisartsengroepspraktijk Hooglede, Jan Yperman, ZOL Genk en de Universitaire Huisartsengroepspraktijk Leuven, AZ Maria Middelares Gent en AZ Groeninge Kortrijk, in een mHealth-proefproject: de FibriCheck-app. Het doel is om patiënten met risico op voorkamerfibrillatie op afstand op te volgen.
De app kan worden voorgeschreven voor wie af en toe hartkloppingen ondervindt of voor patiënten die nog voorkamerfibrillatie kunnen hebben na het wegbranden van deze ritmestoornis door ablatie. De app kan ook preventief 65-plussers screenen zonder klachten en die ook nog geen speciale bloedverdunners nemen. Als FibriCheck bij hen voorkamerfibrillatie vaststelt, wordt de gespecialiseerde verpleging verwittigd via het internet. In samenspraak met de huisarts kan de bloedverdunnende medicatie van de patiënt worden aangepast en een hartonderzoek voorgesteld (1).
Internet of Things, annex apps, zijn bijzonder veelbelovend. Slimme wegwerppleisters kunnen ecg, ademhalingsfrequentie, activiteit, houding en lichaamstemperatuur doorgeven aan smartphones. Sensoren volgen slaapkwaliteit en -kwantiteit op, of aangebracht op de rug stimuleren ze een betere houding bij patiënten met lage rugpijn. Als we daarnaast beschikken over genoomdata, dan wordt risicostratificatie mogelijk om zo patiëntspecifieke preventie en interventies te selecteren.
Men schat de totale kosten van beroertes voor ons Belgische gezondheidssysteem op zo’n 1,5 miljard euro. Door een goede screening verwachten cardiologen dat het aantal effectieve beroertes en hospitalisaties aanzienlijk terugloopt, met een vermindering van de gerelateerde medische kosten. En daarin kan FibriCheck een belangrijke rol spelen. Patiënten zijn beter op de hoogtre. Lars Grieten, Project Manager Mobile Health Unit van de Universiteit Hasselt: “Maar ook artsen handelen dankzij de app beter geïnformeerd omdat het huidige zwarte gat tussen twee consultaties wordt opgevuld. Door sneller in te grijpen zijn zware gevolgen te vermijden.”
Coach, wearable, gadgets
De partners van het IMEC.icon onderzoeksproject b-SLIM ontwikkelden een digitale coach: een app adviseert mensen met overgewicht. Deze app combineert en analyseert voor het eerst data uit verschillende bronnen zoals de hoeveelheid lichaamsbeweging en gedragspatronen van de gebruiker. In het departement WHS (wearable health systems) worden draagbare sensorsystemen gebouwd voor de opvolging van chronische aandoeningen en in preventietoepassingen.
Andere gezondheidsgadgets: het digitale horloge dat slaappatroon en hartparameters meet, de Pulse die nakijkt of u overdag wel voldoende beweegt en ’s nachts voldoende slaapt, of nog de HAPIfork, een elektronische vork die helpt de eetgewoonten in kaart te brengen. Maar het allerbelangrijkste gadget blijft onze smartphone.
Lichaamsbeweging is volgens professor Koen Kas (UGent) het krachtigste medicijn tegen allerlei ziekten. “Onze smartphone geeft ons motivatie en competitie. Een app kan een spelelement zijn. “Uw smartphone kan ook competitie bevorderen: als je online ziet dat je vrienden meer bewegen dan jij, dan krijg jij ook meer zin om te sporten.”
Maar een smartphone is natuurlijk nog altijd een extern iets. Daarom kunnen we weldra misschien maar beter allemaal een biotatoeage laten plaatsen. Die meet onze zweetsamenstelling, temperatuur en hartslag. En mocht een van onze biologische parameters niet in orde zijn, dan licht die ons daarvan meteen in via onze smartphone.
Juridische aspecten
Mr. An Vijverman (Dewallens & Partners) ging in op de juridische aspecten. “Wanneer is een mHealth-app een medisch hulpmiddel? Slaat dat op de hardware, de software of beide? En wat zijn de praktische gevolgen van deze kwalificatie als een medisch hulpmiddel voor één ziekenhuis en/of voor ziekenhuisnetwerken gebruikt wordt?”
De CE-markering en het nieuwe ontwerp van Verordening Medische Hulpmiddelen moeten een antwoord bieden. Mr. Vijverman: “We moeten ook het Unit Device Identification-systeem naleven zowel voor de fabrikant als voor verdeler. Dat komt allemaal in de nieuwe verordening.”
Hoe kunnen de persoonsgegevens van de patiënt-gebruiker van de mHealth-applicatie juridisch correct worden verzameld, gebruikt en eventueel doorgegeven naar derden? “We baseren ons daarvoor op wet persoonsgegevens van 8 december 1992, op de Europese Richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 over de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en op de Algemene Verordening Gegevensbescherming van 27 april 2016.”
Wat met risico’s en aansprakelijkheid bij mHealth? Tot waar reikt de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de appontwikkelaar; waar begint die van de behandelende zorgverlener en waar die van de gebruiker?
“Dat vergt veiligheidsmaatregelen zoals paswoorden enzovoort. Sommige keuzen moeten per default zijn of op non-actief staan. Ik denk bijvoorbeeld aan gegevensdeling op social media. Softwareonderhoudsfirma’s moeten foutloze software leveren. In de nieuwe verordering zullen de straffen zeer hoog zijn.”
Noot1. Er wordt gewerkt aan een terugbetaling door het Riziv na evaluatie van FibriCheck als onderdeel van 13 goedgekeurde proefprojecten i.v.m. m-health van d-e minister van Volksgezondheid. Het voorstel voor terugbetaling wordt verwacht begin 2018.