De plenaire Kamer heeft donderdag haar fiat gegeven voor een aanpassing aan de Euthanasiewet. Door het wetsontwerp van minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) zullen artsen die een inbreuk plegen op die wet niet langer uitsluitend veroordeeld kunnen worden voor gifmoord.
Een arts die een grote of kleine inbreuk op de euthanasiewet pleegt, kan nu alleen maar vervolgd worden voor gifmoord. Daar staat een levenslange gevangenisstraf op. Omdat de euthanasiewet tot nog toe maar één strafmaat kende, loopt ook een arts die een kleine procedurefout maakt nu het risico om zich voor het hof van assisen te moeten verantwoorden. Om dat te verhelpen, bereikte de federale regering een akkoord over de introductie van een getrapt strafsysteem in de euthanasiewet.
Een arts die manifest de grondvoorwaarden voor euthanasie met de voeten treedt, kan nog altijd beschuldigd worden van gifmoord. Het gaat onder meer om de handelingsbekwaamheid van de patiënt op het moment van het verzoek, het feit dat het verzoek vrijwillig, overwogen en herhaald moet zijn of dat de patiënt zich in een medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk fysiek op psychisch lijden bevindt. Als die grondvoorwaarden niet helemaal gerespecteerd werden, maar wel min of meer, zal een gevangenisstraf van 10 tot 15 jaar gevorderd kunnen worden.
Als de arts geen fouten heeft gemaakt tegen de grondvoorwaarden, maar een procedurefout begaat, zoals het niet consulteren van een tweede arts of een psychiater indien nodig, zal de rechter een gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 jaar kunnen opleggen. Verzachtende omstandigheden zullen ook in rekening moeten worden gebracht. Andere procedurele voorwaarden en vormvoorwaarden zullen niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden, maar kunnen eventueel wel via tucht of burgerlijk recht afgehandeld worden.
De aanpassingen aan de euthanasiewet waren nodig na een arrest van het Europees Hof en van het Grondwettelijk Hof, dat laatste naar aanleiding van de zaak rond Tine Nys. Ze maken deel uit van een veel breder wetsontwerp, dat nog een reeks andere thema's aansnijdt.
Sterrenkindjes
Zo maakt de tekst het mogelijk dat alle sterrenkindjes voortaan kunnen worden geregistreerd, ook de kindjes die voor 31 maart 2019 levenloos werden geboren. Volgens de huidige wet hadden de ouders van die kindjes een jaar lang de tijd - dus tot 30 maart 2020 - de tijd om het kindje te laten registreren in de geboorteregisters. Er zijn evenwel ouders die dat willen doen, maar niet op de hoogte waren van die overgangsmaatregel. Daarom zorgt het huidige ontwerp ervoor dat die overgangsmaatregel onbeperkt wordt in de tijd.
Daarnaast zorgt de wettekst ervoor dat geadopteerde volwassenen van wie de adoptie tot stand is gekomen na de ontvoering, verkoop of handel van een kind, de mogelijkheid hebben om zelf te beslissen of zij al dan niet een herziening van hun adoptie vorderen. De adoptie kan dus alleen worden herzien als de geadopteerde zelf de verzoeker is. Het openbaar ministerie kan in deze situatie de herziening van de adoptie niet langer vorderen.