© Domus Medica

Domus Medica verkoos dr. Linde Tilley tot Vlaams en Brussels Huisarts van het Jaar 2024 vanwege haar leiderschap en inzet. Zelf vroeg ze bij het in ontvangst nemen van haar prijs aandacht voor twee verhalen. 

In de Turnovatoren in Turnhout hield Domus Medica zaterdag zijn jaarstartersdag. Tijdens de bijeenkomst werd ook Domus Medica’s Vlaamse en Brusselse Huisarts van het Jaar 2024 bekendgemaakt. De bekroning ging naar de Gentse huisarts dr. Linde Tilley, van de groepspraktijk Heirnis. Ze ontving een cheque van 5.000 euro, het volledige Compendium Geneeskunde en het boek ‘Urgentieschema’s voor huisartsen’.

Sarah Thooft van het bestuursorgaan van de huisartsenvereniging Gent gaf toelichting bij de keuze voor dr. Tilley. Ze loofde haar inzet en leiderschap: “In haar job als huisarts en haar passie voor psychosociale zorg blijft ze onvermoeibaar bouwen aan betere zorgstructuren. Tegelijk uit ze haar bezorgdheid over de emancipatie van minderheden in elk overleg dat ze bijwoont. Een bijzonder voorbeeld van haar leiderschap is het project ‘Tussen de lijnen’, dat in Gent de brug maakte tussen de specialistische geestelijke gezondheidszorg en de eerstelijnszorg. Door het project ‘Huisartsen houvast’ te initiëren, peilde ze naar de draagkracht van de huisartsen tijdens en in de nasleep van de coronacrisis.”

Houden van mensen

Dr. Linde Tilley hing de dankrede voor haar prijs op aan twee verhalen. Dr. Tilley: “Ik heb al sinds mijn kindertijd een boekenverslaving. Die verhalen hebben mij geleerd om van mensen te houden, en dat is als hulpverlener heel belangrijk. Ook om hun verhaal te kunnen lezen, want het verhaal van de mens is vaak een kluwen, waarbij lichamelijke klachten verbonden zijn psychische klachten en omgekeerd. We zien ook heel vaak dat sociale problematiek aan de basis ligt van een deel van hun gezondheidsproblemen. Dat kluwen samen ontwarren doe je door mensen te beluisteren om tot betere oplossingen te komen. Samen met de patiënt onderzoeken wat zijn levensdoelen zijn en komen tot een praktisch zorgplan is heel bevredigend. Die bijzondere band met patiënten door hun verhalen die ze je in alle intimiteit toevertrouwen maakt deel uit van de bezieling die we voor onze job hebben.”

We gaan naar een toekomst met schaarste in middelen, mensen en tijd, zei ze. “Schaarste weegt vaak op de empathie en de solidariteit. Daarover moeten we nadenken. De zilveren generatie zal de zorgvraag doen stijgen. Dat zijn vaak vele aandoeningen samen die het verhaal complex maken en het zorgplan ingewikkeld. Maar we hebben een toegankelijk en technisch hoogstaand zorgsysteem. Er zijn bijna geen technische beperkingen meer. Je kan mensen heel lang in leven houden, maar de vraag is wat de kosten daarvan zijn. Niet alleen de financiële, maar ook in levenskwaliteit. We mogen als eerste lijn trots zijn omdat we heel goed naar de levensdoelen van patiënten luisteren en die vertalen naar het zorgplan. De tweede en de derde lijn kunnen daar echt van ons leren en we kunnen een gids zijn voor de beslissingen die zij nemen. Ik denk dat dat daar ook veel mentale stress gaat wegnemen en tot minder burn-outs zal leiden. Dus ik wil deze prijs opdragen aan dat een-op-eenverhaal, het verhaal van mens tot mens.”

Het tweede verhaal waarnaar ze verwees, is het verhaal dat de artsen samenbrengt. Wat betekent samenwerken? Hoe zien multidisciplinaire teams eruit? “Ik denk dat we daar nog nieuwe hoofdstukken moeten schrijven. Het is een uitdaging om op zoek te gaan hoe we voor de hele populatie gelijkwaardige zorg kunnen bieden. We kunnen dat niet aan de hulpverlener alleen overlaten, dan raakt die overwerkt. Het is aan de zorgsystemen, de overheid, de kringen, Domus Medica, kinesistenkringen, de psychologen,… om na te denken hoe we met de zorg omgaan en de individuele hulpverlener ondersteunen. We moeten de drempels tot structurele samenwerking wegwerken. Ik ben gewonnen voor proefprojecten waarbij we meer regiogebonden afspraken maken en bekijken hoe wel elkaar, ieder in zijn eigen sterkte, kunnen vinden, op een gelijkwaardige manier, alle disciplines naast elkaar.”