Gezondheidsinstituut Sciensano stelt zich samen met vijftien Europese partners kandidaat om de toekomstige European Health Data Space (EHDS) op te zetten. Zo reageren ze op een projectoproep van de Europese Commissie. Dat meldt Sciensano.
Het Europese gezondheidsdatacentrum moet belangrijke doorbraken bereiken op het gebied van Europees beleid voor het secundaire gebruik van gezondheidsdata voor onderzoek, innovatie en de verbetering van gezondheidszorgsystemen. "Het delen van data op Europese schaal is fundamenteel om onderzoek te ontwikkelen en de gezondheid van burgers te verbeteren", stellen de partners. Het datacentrum wil nationale infrastructuren, Europese agentschappen en onderzoeksinstellingen verbinden in een netwerk van knooppunten. Onderzoekers zouden dan de datacatalogi van alle knooppunten kunnen doorzoeken.
"Veel Europese landen beschikken over aanzienlijke gezondheidsdatasets, maar gezondheidsdata zijn gefragmenteerd in Europa", klinkt het. De oprichting van een gezondheidsdatacentrum is dan ook al sinds 2019 een prioriteit voor de Europese Commissie. "EU-landen staan voor vergelijkbare uitdagingen, van de toenemende incidentie van ziektes die verband houden met levensstijl en veranderende demografie tot de stijgende onhoudbare kosten van de gezondheidszorg, en recentelijk de COVID-19-volksgezondheidscrisis, wat het belang van gezondheidsbeleid als grensoverschrijdende aangelegenheid onderstreept", klinkt het.
De projectoproep wordt beantwoord door een verzameling van zestien partners: het gaat om acht nationale gezondheidsinstituten, vier onderzoeksinstellingen, één Europees onderzoeksconsortium, één vereniging en twee Europese agentschappen, met name het Europese Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en het Europese Geneesmiddelenagentschap (EMA). De Franse Health Data Hub trekt het project. Onder de naam EHDS2 dienden de partners op 25 januari al hun aanvraag in. De resultaten van de projectoproep worden voor de zomer verwacht.
Het winnende project zal in september het werk kunnen aanvatten met een budget van 8 miljoen euro, waarvan tot 80 procent gefinancierd wordt door de Europese Commissie.
