Het Riziv gaat de apps financieren voor de revalidatie van patiënten met een volledige heup- of knieprothese. Zo heeft het Verzekeringscomité van het Riziv maandag beslist, meldt minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block. Het gaat over toepassingen die de behandeling bij de kinesitherapeut of in het ziekenhuis vanop afstand ondersteunen. In eerste instantie zullen ze gebruikt worden in het kader van een vergelijkend klinisch onderzoek.
"Apps kunnen een enorme meerwaarde betekenen in de zorg. Bijvoorbeeld bij revalidatie: als patiënt krijg je elke dag persoonlijke feedback over je revalidatie en moet je daar dus niet langer voor wachten tot je volgende afspraak. En als zorgverlener kan je continu de evolutie van je patiënten monitoren e n krijg je een waarschuwing als een patiënt bijzondere aandacht nodig heeft", licht minister De Block toe.
De mobiele toepassingen krijgen een plaats in het behandelplan voor patiënten die voor het eerst een totale heup- of knieprothese krijgen. In een eerste fase zal het Riziv het gebruik ervan financieren in het kader van een vergelijkende klinische studie: vanaf 1 oktober kunnen patiënten in een aantal ziekenhuizen kiezen voor een klassieke revalidatie of een revalidatieprogramma met ondersteuning van een app. Voor het gebruik van de app en eventuele bijhorende sensoren zullen patiënten geen remgeld of supplementen betalen.
Dankzij de studie krijgen patiënten die dat willen al toegang tot een revalidatieprogramma met ondersteuning vanop afstand. Intussen kunnen beleidsmakers, de zorgsector en appontwikkelaars bijkomende gegevens verzamelen over de doeltreffendheid en de kosteneffectiviteit van de revalidatie ondersteund door een app. UZ Gent zal de studie coördineren, onder toezicht van het Federaal Kenniscentrum. Op dit moment is er één app (moveUP) die aan alle voorwaarden van de studie voldoet.
In 2018 werden 23.540 heupprothesen en 24.289 knieprothesen geplaatst. Dat zorgt bij deze patiënten voor een intensieve periode van revalidatie. De toepassing laat toe om een ondersteuning op afstand te voorzien voor patiënten en zorgverleners. Wanneer nodig zal nog steeds een fysiek contact plaatsvinden.