Dat Jürgen Constandt, voorzitter van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds en ondervoorzitter van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen, een pleidooi houdt voor de splitsing van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, is niet nieuw. Enkele cijfers die zijn betoog moeten staven, zijn wel verhelderend.
Dat betoog was te lezen in een recent opiniestuk dat verscheen in De Tijd van afgelopen vrijdag. De kloof tussen Vlaanderen en Wallonië op het vlak van gezondheidszorg en tewerkstelling wordt steeds groter, gaf Constandt daar aan. Vooral de ziekte- en invaliditeitsverzekering staat onder druk door de hogere uitgaven in Wallonië en Brussel. “Bij het paasakkoord zei premier Bart De Wever (N-VA) dat hij het rotten van de federale begroting wil stoppen. Een nobel voornemen, alleen moet er wel een grote mentaliteitswijziging in het zuiden van het land komen. Wallonië heeft in 2024 het trieste record gebroken van 3.000 euro uitgaven per persoon in de ziekteverzekering.”
In 2024 bedroegen de uitgaven per Waal gemiddeld 3.004 euro, tegenover 2.900 euro per Vlaming, wat een verschil van 3,6% inhoudt. Daarnaast zijn Franstaligen gemiddeld langer ziek, met in 2020 39,19 invaliditeitsdagen tegenover 27,31 in Vlaanderen – dat verschil van ruim 43% (8) is een aanduiding van overconsumptie en gebrekkige responsabilisering, luidt het.
Verhoogde tegemoetkoming
Ook het aantal personen dat recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming stijgt opvallend snel in Brussel (34,15%) en Wallonië (23,49%), terwijl dat in Vlaanderen 16,9% bedraagt. Ondanks decennialange transfers van Vlaanderen naar Wallonië blijft economische vooruitgang daar uit. Vlaanderen draagt bovendien een zwaardere financiële last: een Vlaming betaalt jaarlijks bijna 11.000 euro aan sociale bijdragen, een Waal iets meer dan 9.000 euro.
Volgens Constandt is responsabilisering van de Franstalige gewesten essentieel. Maatregelen zoals het beperken van de werkloosheidsduur zijn nuttig, maar als mensen daardoor massaal overschakelen naar de ziekteverzekering, verergert het probleem alleen. De huidige federale aanpak is financieel niet houdbaar.
“Willen Wallonië en Brussel de armoede terugdringen, en dus mensen uit de voorkeursregeling halen, dan moeten ze beginnen met het verhogen van de werkzaamheidsgraad. Maar ook daar valt weinig hoop te koesteren. Brussel heeft nog niet eens een regering - en die zal er ook niet meteen komen - dus daar kunnen we geen grote veranderingen verwachten.”
De oplossing, aldus Constandt, ligt dus in een splitsing van de ziekte- en invaliditeitsverzekering. Gemeenschappen zijn al bevoegd voor preventie; als ook de curatieve zorg wordt toegevoegd, kan elk gewest eigen verantwoordelijkheid nemen en ontstaat er een duurzame financiering. Zonder dergelijke hervorming riskeert het systeem volledig te ontsporen en draait Vlaanderen wederom op voor de kosten.
> Structurele zwakheden Brussels gewest treffen ook werking ziekenhuizen (dr. Van Meirhaeghe)