Dr. Theodore Pleros, een huisarts in Brussel, vraagt de overheid om duidelijke instructies voor huisartsen nu de vakantiegangers terugkeren van de krokusvakantie. Hij wijst op procedurele tegenstrijdigheden bij verdachte gevallen.
Dagelijks worden huisartsen geconfronteerd met de eerste verdachte gevallen van het coronavirus. Ze kregen instructies van de federale volksgezondheidsinstanties en passen die toe.
Maar in het veld doorstaan ze de realiteitstoets niet, zoals hij aangeeft: "Tot nu toe heb ik twee verdachte gevallen gehad. Ik volgde de instructies van de FOD Volksgezondheid op en toen ik contact opnam met het callcenter, raadden ze me aan om de patiënt niet te zeggen dat hij de test moest doen: "Als de patiënt de laatste 14 dagen niet in contact is geweest met een risicogebied, is er niets aan te doen".
Toen ik echter contact opnam met de KULeuven, zeiden ze me dat ik de test moest doen. Komaan! Er zijn mensen in het veld en professionals nodig om in het callcenter te antwoorden. Het is dringend en de federale overheid moet zich daarvan bewust zijn."
Welke vertraging?
Voor hem staat nog een andere vraag centraal: de incubatietijd die de overheid vastlegde op 14 dagen. "De teksten zijn nauwkeuriger: tussen 14 en 20 dagen. Dat is iets anders dan alleen maar 14 dagen!" Hij voegt eraan toe: "Dit is nattevingerwerk. Het roept vragen op."
Tijdens een van de gevallen had hij contact met het Instituut voor Klinische Biologie van de ULB en "de patiënt was overgenomen door het UZ Sint-Pieter ... maar hij kon de test niet uitvoeren ... omdat hij meer dan 14 dagen in contact was met een risicogebied."
Falende organisatie
Dr. Theodore Pleros vraagt zich ook af hoe elke stad zich organiseert: "Wat kunnen we concreet met patiënten doen als we 10 tot 15 gevallen per dag hebben? We kunnen niet naar hen thuis gaan of ze op de praktijk ontvangen om verspreiding te vermijden. We moeten dus gemeentelijke centra opzetten om patiënten op te vangen. Dat moet zo goed mogelijk vanaf vandaag. We hebben duidelijke en precieze lijnen nodig in de acties die in fase 1 en fase 2 volgens het volksgezondheidsplan moeten worden ondernomen."
Artsen niet verantwoordelijk
Dr. Theodore Pleros is niet van plan om toe te geven aan paniek: "Ik maak me geen zorgen over de virulentie van het virus. Ik maak me meer zorgen over het huidige organisatorische falen dat artsen zou kunnen treffen. Wat niet aanvaardbaar zou zijn, is dat artsen verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor deze mislukkingen. Daarom spreek ik. Na de krokusvakantie hebben we onvermijdelijk nog veel meer werk voor ons met patiënten die terugkomen uit gevoeligere gebieden. De overheid moet ons een sterker en duidelijker richtsnoer geven."
Tot slot is hij niet helemaal gerustgesteld over het aanbod van mondmaskers: "Er zijn bij ons niet genoeg maskers voorradig voor artsen."
> Lees ook: "Goed werk Sciensano maar huisartsen zonder voldoende maskers"
> "Aan ons om paniek bij de bevolking te bezweren" (Stefaan Teughels)
