Het Vlaams Artsensyndicaat afdeling Oost- en West-Vlaanderen organiseert op 11 juni een symposium over een aantal actuele topics. Onder meer de ziekenhuisnetwerken komen uitgebreid aan bod.

Voorzitter dokter Yves Louis gaat van start met een bondig overzicht van enkele topics in de gezondheidszorg 2024 met in het achterhoofd de komende verkiezingen en de impact daarvan op de organisatie van de zorg.

Fiscale controles
Advocate Leen De Vriese houdt vervolgens een update over een aantal fiscaal-rechtelijke onderwerpen. Om te beginnen belicht ze de houding van de fiscale administratie ten aanzien van onroerend goed (in vennootschap dan wel beroepsmatig gebruikt in een eenmanszaak). De fiscale administratie controleert hier veel op en de navorderingen wanneer er rechtzettingen moeten gebeuren zijn ook steeds omvangrijk. Artsen behoren bij uitstek tot de doelgroep van de fiscale controles. 

Als laatste en meest uitgebreide deel van het symposium staan de ziekenhuisnetwerken op het programma. Meester C. Lemmens van het advocatenkantoor Dewallens & partners geeft om te beginnen een globaal overzicht van de netwerken.

Als afsluiter delen Piet Mortelé, voorzitter van de medische raad van AZ Delta (netwerk TRiaz), en dokter Henk Van Overschelde, voorzitter van de medische raad AZ Maria Middelares (netwerk E17), hun ervaringen vanuit de praktijk.

Sneller teruggekaatst
“Ziekenhuisnetwerken belangen zeker ook de huisartsen aan”, geeft dr. Mortelé alvast mee. “Bij de oprichting van de netwerken was er een verplichte afstemming met de eerste lijn, waarbij de huisartsenkringen in de meeste gevallen de vaste aanspreekpunten waren. In de praktijk, en zeker in West-Vlaanderen, hebben we momenteel evenwel vooral administratieve netwerken, waarbinnen het vooral gaat om governance en strategie, maar die zeker nog niet op volle toeren draaien.”

Ook bij de uitwerking van het regionaal zorgstrategisch plan is opnieuw afstemming met de eerste lijn vereist. “Maar dat is eigenlijk een open deur intrappen”, vindt Piet Mortelé. “Die plannen zijn erop gericht om de basiszorg vast te leggen, en zowel de ziekenhuizen als de huisartsen trekken daar aan hetzelfde zeel, namelijk die basiszorg zo veel als mogelijk gedecentraliseerd aanbieden.”

Uiteindelijk zal de druk op de eerste lijn ongetwijfeld verhogen, waarschuwt de hoofdgeneesheer.  “Zorg zal sneller teruggekaatst worden naar de huisartsen. Gezien de huidige werkdruk daar, is samenwerking en overleg daarover absoluut noodzakelijk.”

Informeel overleg
Overleg met de eerste lijn is ten slotte eveneens vereist over de organisatie van de supraregionale zorg, stipt dr. Mortelé nog aan. “Per pathologie mag elk netwerk nog over twee of hooguit drie centra beschikken. Het heen- en terugverwijspatroon daarrond is eigenlijk de opdracht van de netwerkhoofdgeneesheer, die evenwel overal wordt vervangen door een college van hoofdgeneesheren. Ook dat moet met de eerste lijn worden afgestemd.”

“Op heel wat vlakken verloopt het overleg met de huisartsen momenteel informeel”, vat Mortelé samen. “Of dat in de toekomst zal veranderen, ligt aan de overheid, die meer eieren in de mand van de ziekenhuisnetwerken zal moet leggen.”

> Symposium VAS West- & Oost-Vlaanderen - 11 juni 2024 (Sint-Martens-Latem)