Ziekenhuisnetwerken slagen er onvoldoende in efficiëntere zorg te bieden. Dat stelt een grootschalig onderzoek van de UGent en het UZ Gent, gefinancierd door Zorgnet-Icuro, waarover De Tijd donderdag bericht. "Ze zijn te log en te zwaar", klinkt het. De samenwerking "staat zowel de doelmatigheid als de duurzaamheid van de zorg in de weg."
Voormalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) zette het idee van een gesloten bestuurlijk netwerk tussen ziekenhuizen tien jaar geleden in de steigers. Sindsdien werden in Vlaanderen 13 ziekenhuisnetwerken boven het doopvont gehouden. In totaal kent België er 23.
De verwachtingen waren hooggespannen. Ziekenhuizen werden verplicht op zoek te gaan naar samenwerkingen. Geen fusies, wel efficiëntiewinsten. Het zou financiële ademruimte geven én de dienstverlening voor de patiënt verbeteren.
Dat was ijdele hoop. "Ziekenhuisnetwerken bleken geen motor te zijn voor meer klinische samenwerkingen in de zorg", constateert professor Koenraad Vandewoude, verbonden aan de Gentse faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen, en coauteur van het onderzoek. De samenwerkingen die wel het levenslicht zagen, richten zich vooral op niet-klinische activiteiten, zoals logistiek, labo en apotheek.
Wel leiden netwerken in een aantal regio's tot betere informele contacten. Directies, artsen en andere diensten komen meer met elkaar in contact. Ook worden samen plannen gesmeed maar is van implementatie nog weinig sprake. De medische samenwerkingen die er wel zijn, ontstaan eerder ad hoc en bottom-up, eerder vanuit de artsen dan vanuit de koker van de netwerken zelf.
Ten slotte zijn de netwerken te log en te zwaar. "De overheid legt een detaillistische en rigide structuur op maar dat staat niet in verhouding tot de winst ervan", zegt Joris Voets, professor bedrijfskunde aan de UGent en mede-auteur.
Laatste reacties
marc brosens
19 september 2024Zolang een ziekenhuisnetwerk bestaat uit baronieen ( de beheerders van de verschillende ziekenhuizen van het netwerk), zal het netwerk nooit efficiënt zijn. Naar analogie van de 19 gemeenten in Brussel. Het blijft ieder voor zich en liefst ‘ik eerst’. Ze hebben nooit iets anders gekend en de kentering is nog niet ingezet. Daarom komt deze studie te vroeg.
Eigenaardig dat het weer de artsen zijn die wel het nut inzien om bredere samenwerkingen uit te bouwen. Zonder netwerk zijn deze samenwerkingsverbanden moeilijk: verschillende toekomstvisies, verschillende afdrachten, enz in de verschillende ziekenhuizen. Met daarenboven een directie die klaagt omdat ze financieel inboet als deze groep artsen beslist om één bepaalde behandeling in één bepaald ziekenhuis uit te voeren omdat deze therapie beter en efficiënter op 1 plaats kan uitgebouwd worden.
Wat komt ten goede van de patiënt? De baronieen of de bredere samenwerking tussen artsen?
Wim BRUYNEEL
19 september 2024Wat had men gedacht? Voor de fameuze verplichte vormig van netwerken had ons Waals ziekenhuis net op de taalgrens en de grens met Frankrijk reeds uitstekende samenwerkingsverbanden met Vlaamse en Franse ziekenhuizen. Wij hadden geen van boven opgelegd netwerk nodig om te beseffen dat wij niet alles zelf kunnen en moeten aanbieden om een optimale dienstverlening te bieden. Wij hadden door onze geografische ligging trouwens geen andere keuze dan in een netwerk te stappen met een ziekenhuis waarmee wij geen enkele affiniteit hebben, want de taalgrens was plots ook een Berlijnse muur.