Ook het grootste artsensyndicaat, Bvas, kan alleen maar met onbegrip reageren op de vergelijking die De Standaard vandaag maakt tussen het bruto-inkomen van artsen en het brutoloon van de premier. "Die vergelijking is ongenuanceerd en houdt geen steek."
Om te beginnen is de benadering van De Standaard "simplistisch": de krant deelt de uitgaven per medische discipline door het aantal artsen dat deze discipline beoefent en presenteert het resultaat als het bruto-inkomen van deze artsen. Dat is nogal kort door de bocht.
"Het resultaat van zo’n berekening kan hoogstens de bruto-omzet weergeven" verduidelijkt voorzitter Blanckaert. "Na aftrek van afhoudingen in het ziekenhuis, allerlei kosten (personeel, infrastructuur, materiaal) en belastingen houdt een arts daar gemiddeld een vierde van over als netto-inkomen."
Bvas stipt nog enkele andere belangrijke punten aan:
- Bij sommige specialisten wordt tot 80% van hun honoraria afgehouden door het ziekenhuis.
- Arts-specialisten kunnen maar aan hun carrière beginnen na hun dertigste, soms nog later.
- De artsen staan zelf in voor hun pensioenopbouw, hebben geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een werkloosheidsvergoeding.
- Om hun praktijk in te richten hebben vele artsen zware investeringskosten.
- Daar komt nog een dure aansprakelijkheidsverzekering bovenop want in tegenstelling tot de premier kunnen artsen persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor fouten.
- Vele zelfstandige artsen stellen personeel tewerk dat ze met eigen middelen financieren.
Kortom: de vergelijking die De Standaard maakt, raakt kant noch wal. Ook Bvas verwijst -door de vergelijking van De Standaard van artseninkomens met het loon van de premier- net zoals ASGB naar het feit dat een premier bovenop zijn salaris van extra voordelen geniet. Het gaat dan niet alleen om een chauffeur met auto, maar ook om een dienstwoning, een toename van het loon met anciënniteit, een riant pensioen en uittredingsvergoedingen.
Het grootste artsensyndicaat noemt zich al jaren voorstander van een hervorming van de nomenclatuur voor artsen en werkt daar hard aan mee. "Deze hervorming zal leiden tot verschuivingen binnen de honoraria van
medische disciplines zodat er meer evenwicht is tussen medische disciplines. Voorwaarde is
wel dat er geluisterd wordt naar de actoren in dit debat, namelijk de artsen."
Tot slot, preciseert de Bvas-voorzitter, "is er binnen de rubriek artsenhonoraria geen enkel ‘overschot’, mocht de Standaard daar op willen alluderen. Integendeel, jaar na jaar moet de medische zorg meer doen met minder budget dan noodzakelijk voor de gevraagde zorg. Het bedrag van de factuur medische zorg
verwarren met een netto-inkomen van de arts is geen weergave van de werkelijkheid."
Laatste reacties
Anthony Cornelissen
29 augustus 2024Eén schrijnend voorbeeld bij de huisarts: voor een “telefonisch” consult mag hij 10 euro aanrekenen, of dat nu 2 minuten of een half uur duurt maakt geen verschil. Een advocaat vraagt 6 euro per minuut voor een telefonisch consult. Dus een gesprek van een half uur kost daar 180 euro. Over een gigantisch verschil gesproken met een beroepsgroep die, misschien qua kantoor gelijkaardige kosten heeft, maar geen enkel toestel moet financieren. Het lezen van een mail of een verslag: 30 euro per presatie, voor de arts 0 euro. Ik daag de standaard eens uit om de vergelijking te maken met deze beroepsgroep, die toch meer vergelijkingspuntencheeft, en dan nog meer in het zwart werkt en geen geld moet afdragen aan zoiets als het hospitaal. Ik denk dat ze zullen verschieten, en wij ook
Dr. A. Cornelissen
Marc DE MEULEMEESTER
26 augustus 2024Gezondheid , al spelen ze ermee , mag geen Frank kosten en is een verworven recht , enkel voor sigaretten , alcohol , zombiedrugs , festivals en reizen hebben ze geld !