Wat zegt het regeerakkoord over de ziekenhuisfinanciering en de nomenclatuurhervorming? Voor de ziekenhuizen komt er naast de basis- een performantiefinanciering. De prestatievergoeding blijft behouden, maar daarnaast ontstaat meer ruimte voor andere financieringsvormen. Lukt het niet om overeenstemming te bereiken over de gemelde hervormingen, dan kan de regering in 2026 ingrijpen.
De ziekenhuisfinanciering wordt bijgestuurd om de samenwerking in en tussen ziekenhuizen en andere zorgactoren te bevorderen en zorgkwaliteit te stimuleren boven zorgkwaliteit. De ambitie is ook om tot een meer transparante, billijke en rechtvaardige financiering te komen en tariefzekerheid en betaalbaarheid voor de patiënt na te streven.
Naast een pathologie-gestuurde basisfinanciering voor de ziekenhuizen die transparant is en zorgt voor voldoende financiële ruimte om de zorg kwaliteitsvol te organiseren, komt er een significant budget voor de ziekenhuizen op basis van ‘pay for performance’, “dat aanzet tot meer zorgvuldigheid en kwaliteit”. Met oog voor de sociale kenmerken van de populatie en innovatie. In alle sectoren worden supplementen beperkt.
Het akkoord stipuleert uitdrukkelijk dat de hervorming van de ziekenhuisfinanciering spoort met de nomenclatuurhervorming bij de zorgverleners, “waarbij de beperking gebeurt op basis van het professionele (zuivere) honorarium van de arts en de netto werkingskosten gebaseerd op objectieve criteria.”
Excessen aanpakken
“In een tussenperiode worden evenwel reeds excessen aangepakt”, heet het, “waarbij ook de maximale percentages van de ereloonsupplementen in de ziekenhuizen geharmoniseerd worden. In afwachting van de volledige implementatie van deze nieuwe financiering worden er overgangsmaatregelen voorzien waarbij de ziekenhuizen adequaat gefinancierd blijven om de continuïteit van de dienstverlening en de financiële gezondheid van de sector te kunnen blijven garanderen.”
De nomenclatuurhervorming wordt deze legislatuur volledig afgewerkt. “Deze hervorming van de nomenclatuur moet ervoor zorgen dat iedereen adequaat wordt vergoed, dat bepaalde beroepen waar momenteel tekorten zijn aantrekkelijker worden en dat de tijd die wordt besteed aan luisteren, communiceren en coördineren meer waarde krijgt.”
Prestatievergoeding behouden
De prestatievergoeding blijft behouden, maar daarnaast komt ruimte voor nieuwe financieringsmodellen die interdisciplinaire samenwerking, zorgcontinuïteit, beschikbaarheid en preventie stimuleren. “We werken met het principe van een zuiver honorarium. De kosten die het ziekenhuis draagt voor gehospitaliseerde patiënten worden dan rechtstreeks aan de ziekenhuizen betaald op basis van de behandelde pathologie, waardoor de afdrachten zullen verdwijnen. Voor extra- en intramurale ambulante praktijken wordt er een praktijktoelage voorzien.”
Het Riziv zal in overleg met de FOD Volksgezondheid dit jaar een geïntegreerd voorstel over de ziekenhuis- en nomenclatuurhervorming overmaken. Aan de regering om intussen in overleg met alle betrokken actoren (zorgverleners, ziekenhuizen en ziekenfondsen) een voorstel van procedure en timing uit voor de wijze waarop het overleg met alle betrokken actoren hierover gevoerd zal worden, met respect voor de bestaande bevoegdheden van de Nationale Commissie ArtsenZiekenfondsen (medicomut).
Opmerkelijk en zeker niet onbelangrijk hier: “Bij gebrek aan consensus onder de actoren neemt de regering zelf beslissingen tegen einde 2026 over de hervorming en over de eventueel stapsgewijze invoering ervan.”
> Volledige samenstelling van De Wever 1
> Benoeming nieuwe ministers leidt tot stoelendans in de Kamer
> Vandenbroucke opnieuw volksgezondheidsminister
> ASGB feliciteert en attendeert minister Vandenbroucke
> CM waarschuwt voor langetermijneffecten visie op werk en langdurig zieken