De nationale raad van de Orde der artsen heeft de vraag onderzocht of een huisarts in het kader van een adoptieprocedure van een van zijn patiënten mag attesteren of er een medische tegenindicatie is voor adoptie.
Een persoon die een kind wenst te adopteren, moet geschikt zijn om te adopteren. Dit betekent dat de adoptant moet beschikken over de vereiste sociaalpsychologische eigenschappen.[1]
In de regel moet de adoptant alvorens enige stappen met het oog op een adoptie te ondernemen, een vonnis verkrijgen waaruit blijkt dat hij geschikt is om een adoptie aan te gaan (geschiktheidsvonnis).[2]
De geschiktheid wordt door de familierechtbank beoordeeld op grond van een door haar te bevelen maatschappelijk onderzoek.[3] Om de geschiktheid van de adoptant te beoordelen houdt de rechtbank in het bijzonder rekening met de persoonlijke, familiale en medische toestand van de betrokkene, en met zijn beweegredenen.[4]
Het maatschappelijk onderzoek wordt geconcretiseerd door diensten erkend door de verschillende Gemeenschappen. Sommige diensten verzoeken de huisarts van de adoptant een vragenlijst in te vullen en te attesteren of er een medische tegenindicatie is voor adoptie.
Het is niet ongebruikelijk dat maatschappelijke diensten voor het vaststellen van de medische toestand van een persoon een beroep doen op de huisarts van die persoon.
De huisarts, in de regel beheerder van het globaal medisch dossier, heeft toegang tot een uitgebreide hoeveelheid aan gezondheidsinformatie, staat dicht bij de patiënt en is het beste geplaatst om een integraal beeld te schetsen over de algemene fysieke en psychische gezondheidstoestand van de patiënt.
De huisarts heeft de deontologische plicht de patiënt de medische documenten te bezorgen die hij nodig heeft. Deze documenten worden waarheidsgetrouw, objectief, voorzichtig en discreet opgesteld, met aandacht voor het vertrouwen dat de maatschappij in de arts stelt.[5]
Bij twijfel over de aanwezigheid van een medische tegenindicatie voor adoptie, kan in overleg met de patiënt een tweede opinie worden gevraagd aan een arts-specialist of een andere gezondheidszorgbeoefenaar gespecialiseerd in een bepaald domein van de gezondheidszorg.
In geval van de – volgens zijn expertise – aanwezigheid van een medische tegenindicatie voor adoptie, gaat de huisarts in dialoog met de patiënt en licht hij hem in eer en geweten de redenen toe van deze vaststelling. De arts spreekt zich enkel uit over het medische aspect en oordeelt voor het overige niet over de opportuniteit van de adoptie.
Omwille van het beroepsgeheim en de vertrouwensrelatie met de patiënt, wordt het verslag of het attest slechts overgemaakt aan de bevoegde diensten mits toestemming van de patiënt.
Indien de huisarts uitzonderlijk en wegens specifieke omstandigheden van oordeel is niet te beschikken over de nodige bekwaamheid, objectiviteit of onafhankelijkheid om het attest op te stellen, mag hij de opdracht weigeren. De patiënt, die deze documenten nodig heeft in het kader van de adoptieprocedure, mag hierdoor geen nadeel ondervinden. De huisarts heeft alsdan de deontologische plicht de weigering te motiveren en dit op verzoek van de patiënt te attesteren.
Laatste reacties
Marc DE MEULEMEESTER
02 april 2024Kort samengevat na al dat gepreek :
Een huisarts kan dat nog maar zou het best , voor de minste miserie + om zich niet te moeten verantwoorden tov 1.001 hogere instanties , NIET doen !
Dit is goede raad van tante Kaat !