Met een petitie en een pamflet ijvert dr. Laurens De Boeck ervoor om huisartsen geen ziektebriefjes voor minder dan drie dagen meer te laten uitschrijven. " Het overbelast de eerstelijnszorg en er is een deontologisch conflict ".
Nu het griepseizoen in volle gang is, kreunt de eerstelijnszorg onder het aantal patiënten. “Maar als je kijkt naar het aantal huisartsen per inwoner, zitten we zelfs iets boven het Europese gemiddelde. Er zijn dus genoeg huisartsen, alleen worden ze niet altijd goed ingezet”, zei dr. Laurens De Boeck afgelopen week in het Radio 1-programma ‘Zijn er nog vragen?’
Dr. De Boeck is behalve huisarts en praktijkassient een de UGent ook actief voor de huiartsenvereninging Jong Domus. Hij ijvert al maanden voor het afschaffen van het ziekteattest van korte duur (tot drie dagen), om te beginnen bij eenvoudige en zelflimiterende (luchtweg)infecties. Uit de gegevens waarop hij zich baseert voor zijn onderbouwing blijkt volgens hem dat een ziekteattest niet per se zou leiden tot minder kort ziekteverzuim en dat ziekteverzuim veel meer samenhangt met factoren gelinkt aan de werknemer en de werksituatie zelf. Hij - en Jong Domus met hem - pleit voor een grondig overleg met de sociale partners. En hij roept de Orde der artsen op om duidelijk aan te geven dat die attesten een grootschalig deontologisch conflict veroorzaken dat schadelijk is voor de behandelend arts én patiënt. De arts lanceerde in samenwerking met Jong Domus een pamflet en een petitie
Controlearts
In het pamflet wordt erop gewezen dat door de crisis in de eerstelijnszorg met overbelaste huisartsen steeds meer patiënten geen (vaste) huisarts meer kunnen vinden, terwijl er elk jaar wel bijna 3.000.000 consultaties zijn voor het attesteren van de eerste drie dagen ziekte, met het zwaartepunt in het infectieseizoen. “Die ziektebriefjes kosten de samenleving jaarlijks meer dan 60 miljoen euro. We merken dat overheid wil besparen op de zorg. Tegelijk stellen we vast dat er een grote kloof gaapt tussen de overwerkte huisartsen en de besparingsmaatregelen die nu in sneltempo opgelegd worden. En dat terwijl het afschaffen van de ziektebriefjes een concrete besparing oplevert die nu al gedragen wordt door de huisartsen”, klinkt het in het pamflet.
“De controle op (on-)terechte afwezigheden is een taak voor een controlearts, ten laste van de werkgever. Niet voor de huisarts, op kosten van de samenleving. Het uitvoeren van deze taak door de huisarts veroorzaakt bovendien een deontologisch conflict. In artikel 43 van de Code van de medische deontologie en in een advies van 1979 (!) over het attest arbeidsongeschiktheid stelt de Orde dat een arts geen dubbele taak zou mogen opnemen: namelijk die van behandelend arts en beoordelaar van arbeidsongeschiktheid (m.a.w. controlearts). Hiermee erkent de Orde indirect de problematiek van de ziektebriefjes. De Orde der artsen moet, in lijn met haar eigen adviezen, ook een duidelijk standpunt innemen tegen het deontologisch probleem veroorzaakt door de ziektebriefjes van korte duur. Dit zou een hefboom vormen om ze af te schaffen.”
Elders in Europa
In een aantal Europese landen - Noorwegen, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden - bestaan ziektebriefjes voor de eerste dagen al lang niet meer, signaleert Jong Domus. “Wat daar lukt, kan hier ook. Het ziekteverzuim hangt daarnaast vooral af van de arbeidscultuur, het preventiebeleid en welzijn op het werk. Dus zelfs als er een toename zou zijn bij de afschaffing, moet er eerder daarover nagedacht worden. Elke patiënt die een arts wil spreken of ongerust is kan dat uiteraard nog steeds, ook in de eerste dagen ziekte. Die patiënt zal met de afschaffing van deze attesten zelfs sneller terecht kunnen bij de huisarts dan vandaag het geval is.”