Een recente studie gepubliceerd in het tijdschrift BMC Primary Care, uitgevoerd in samenwerking met het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde van de Katholieke Universiteit Leuven, de Universiteit van Luik en de Universiteit Gent, belicht de aanzienlijke moeilijkheden waarmee huisartsen (GP's) in België werden geconfronteerd tijdens de COVID-19-crisis.
Het onderzoek, dat deel uitmaakt van de internationale PRICOV-19-studie, brengt aanzienlijke regionale verschillen in welzijn aan het licht, met een bijzondere focus op de uitdagingen die door de pandemie worden versterkt.
Het werk is gebaseerd op antwoorden op een zelf ingevulde online vragenlijst door 479 huisartsen, verzameld tussen december 2020 en augustus 2021. Het doel was om de organisatie van de huisartsenzorg tijdens de pandemie in 38 landen te beoordelen, met het oog op veilige, effectieve en rechtvaardige zorg. De welzijnsindex die voor deze beoordeling werd gebruikt, werd geleverd door de Mayo Clinic en omvat negen items die verschillende aspecten van professioneel welzijn meten.
Zorgwekkende resultaten
Volgens de resultaten van de PRICOV-19 studie werd 57% van de Belgische huisartsen (GP's) geacht een risico te lopen op professionele nood tussen december 2020 en augustus 2021. Ter vergelijking: dit cijfer is 64% voor Europese huisartsen over dezelfde periode. Huisartsen met minder ervaring, die in kleine praktijken werken en kwetsbare populaties behandelen, in het bijzonder die met financiële moeilijkheden, zijn bijzonder gevoelig voor stress.
In België werd het welzijn van huisartsen negatief beïnvloed door een hoger dan gemiddeld aantal patiënten met financiële problemen en door werken op basis van fee-for-service in plaats van per capitatie. Zingeving in het werk en een goed evenwicht tussen werk en privéleven waren daarentegen beschermende factoren tegen stress.
Tijdens de pandemie sloot het toegenomen gebruik van teleconsulten sommige patiënten uit van zorg, met name patiënten uit financieel achtergestelde milieus. De moeilijke toegang tot zorg maakte de behandeling van patiënten met een laag inkomen complexer voor huisartsen, die 38% meer thuiszorg gebruikten dan de groep met een hoog inkomen vóór de gezondheidscrisis.
Invloed betalingssysteem
Het betalingssysteem heeft ook een impact gehad. Belgische huisartsen die achteraf betaald werden op basis van een fee-for-service liepen een groter risico om in nood te geraken, vooral omdat het merendeel van de raadplegingen tijdens de pandemiegolven vanop afstand gebeurde. Wanneer patiënten terugkeerden voor fysieke raadplegingen, vergde dat een grotere voorbereiding en leidde dat tot een daling van het aantal raadplegingen en dus van de inkomsten, naast extra uitgaven voor de reorganisatie van praktijken en de aankoop van beschermingsmiddelen.
De twee belangrijkste individuele factoren met een positieve impact op het welzijn van huisartsen waren de zin die ze aan hun werk gaven en een goed evenwicht tussen werk en privéleven. Wat de regionale verschillen betreft, loopt meer dan twee derde van de Waalse respondenten het risico in moeilijkheden te geraken, tegenover 49% van de Vlaamse en 54% van de Brusselse respondenten.
Een verklaring voor dit verschil kan te maken hebben met verschillen in de organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg tussen de gewesten. In tegenstelling tot Vlaanderen, dat voor een meer gestructureerde aanpak heeft gekozen, heeft Wallonië moeite gehad om zijn reactie op de pandemie op lokaal niveau te coördineren, wat heeft geleid tot een minder doeltreffend beheer van de pandemie.
Implicaties voor het gezondheidsbeleid
De conclusies van dit onderzoek vragen om een grondige reflectie over het volksgezondheidsbeleid, aangepast aan de regionale realiteit. Ze onderstrepen de dringende behoefte aan strategieën om de werkomgeving voor huisartsen te verbeteren, waarbij niet alleen aandacht moet worden besteed aan individuele veerkracht, maar ook aan professionele ondersteuningsstructuren en beloningsmodellen.
De COVID-19-pandemie heeft de bestaande problemen alleen maar verergerd, waardoor onmiddellijke actie ter ondersteuning van de mensen in de frontlinie van ons gezondheidszorgsysteem essentieel is. Besluitvormers worden daarom dringend verzocht rekening te houden met deze cruciale gegevens om passende antwoorden te formuleren die de geestelijke gezondheid en het welzijn van artsen in het hele land kunnen waarborgen.