Onderzoek naar geestelijke gezondheid moet beter gefinancierd worden (HGR)

Onderzoek naar geestelijke gezondheid is minder ontwikkeld en sterk ondergefinancierd in vergelijking met onderzoek naar lichamelijke gezondheid, terwijl de geestelijke gezondheid wel degelijk een grote maatschappelijke impact heeft. Dat meldt de Hoge Gezondheidsraad. Hij  schuift drie aanbevelingen naar voren om de kenniskloof te dichten.

In België loopt een op de drie mensen ooit tegen een geestelijk gezondheidsprobleem aan. Bijna iedereen kent dus wel iemand die kampt met een psychisch probleem, en bovendien is de maatschappelijke impact van dergelijke problemen erg groot. Uit onderzoek van Sciensano van eerder dit jaar blijkt dat in 2018 2,3 miljoen gezonde levensjaren verloren zijn gegaan door ziekte. In de top vijf van aandoeningen die daartoe het meeste bij droegen, staan twee geestelijke gezondheidsproblemen: depressie (7,6 procent) en alcoholmisbruik (6 procent). 

Het gaat dan vooral om het aantal jaren waarmee iemand leeft met de aandoening ("years lived with disability"), legt psycholoog Inez Germeys (KU Leuven) uit. Daar spelen depressie (16,1 procent) en alcoholmisbruik (11,1 procent) een erg grote rol. "Vaak worden mensen al jong met mentale problemen geconfronteerd en slepen ze die een heel leven mee. En dat zorgt dan bijvoorbeeld voor moeilijkheden op de arbeidsmarkt, problemen om sociale connecties te maken." En mentaal welzijn heeft ook een impact op verloren levensjaren, aangezien veel aandoeningen psychosomatisch zijn.

Veel impact, investeringen volgen niet

De impact is dus groot, terwijl er veel minder geïnvesteerd wordt in onderzoek naar geestelijke gezondheid. De Hoge Gezondheidsraad baseert zich daarvoor op een onderzoek van de International Alliance of Mental Health Funders, dat vergeleek hoeveel onderzoeksubsidies naar de verschillende vormen van gezondheidszorg gaan in verschillende landen. Globaal gezien gaat slechts 7,4 procent van de investeringen naar geestelijke gezondheid, terwijl bijvoorbeeld 19 procent gaat naar kankeronderzoek. En in vergelijking met andere landen lopen Europa - en België - nog achter als het gaat om het toekennen van subsidies aan onderzoek rond geestelijke gezondheidszorg. 

En als er wel geld gegeven wordt, dan gaat dat vooral naar fundamenteel onderzoek. "Het gaat bijvoorbeeld vaak om hersenonderzoek. Dat is belangrijk, maar ook onderzoek naar preventie, detectie, nieuwe behandelingen, omgaan met ziekte, het verbeteren van de zorg, ... is cruciaal. En daar gaat minder geld naartoe", zegt Germeys. 

Drie aanbevelingen

De HGR formuleert drie aanbevelingen om het wetenschappelijk onderzoek en de samenwerking rond geestelijke gezondheid in België te organiseren, te stimuleren en te bevorderen. Zo roept hij op om een kennisplatform te creëren waarin alle onderzoek rond geestelijke gezondheidszorg verzameld wordt. Dat gebeurde tijdens de COVID-pandemie via de "Belgian mental health data repository", en de Raad stelt voor om die uit te breiden met onderzoek naar mentale gezondheidsproblemen in het algemeen. "Zo heeft men een overzicht van wie de experts zijn, wat er gebeurt, welke data voorhanden zijn en gebruikt kunnen worden. Dat vergroot de visibiliteit, identificeert waar er nog gaten zijn in het onderzoek en kan samenwerking bevorderen", aldus Germeys.

Ten tweede moet de kwaliteit verbeteren van de verzamelde gegevens, zodat ze gemakkelijker vergeleken en gedeeld kunnen worden. Zo moeten data gestroomlijnd worden en er moet bijvoorbeeld bekeken worden welke kwaliteitsindicatoren het betrouwbaarst zijn. 

Op basis van de eerste twee aanbevelingen, dringt de HGR er tot slot op aan om een strategische onderzoeksagenda uit te werken voor de geestelijke gezondheidszorg in België. "Een goed beargumenteerde prioriteitenlijst biedt een houvast aan beleidsmakers én financieringsinstanties om deze in de praktijk om te zetten", aldus de Raad. 

Een eerste stap is volgens Germeys investeren in de uitbouw van het kennisplatform en de verbetering van de datakwaliteit. Daarna zouden er volgens haar grootschalige onderzoeksprogramma's op poten gezet moeten worden tussen verschillende universiteiten en andere instellingen, zoals die in Nederland al bestaan. "Door de complexiteit van de problematiek en om alle partijen samen te brengen is er nu eenmaal nood aan grote projecten."

Of er politieke goodwill is, is voor Germeys nog een vraag. "Er beweegt wel vanalles in het veld, maar ik hoop dat niet hetzelfde gebeurt als tijdens COVID: toen werd er heel veel gesproken over geestelijke gezondheid, maar als puntje bij paaltje komt was het therma toch niet prioritair", zegt ze. "En we zien al dat er in 2022 niet méér geld gaat naar onderzoek naar geestelijke gezondheid."

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.