Er komt een overgangsperiode tot eind 2027 voor de afschaffing van het verplicht medisch pensioen voor langdurig zieke jonge ambtenaren. Dat heeft de federale ministerraad beslist.
Vastbenoemde ambtenaren die door langdurige ziekte medisch ongeschikt worden geacht, werden tot nog toe verplicht op medisch pensioen gestuurd. Dat gaat elk jaar om 2.000 à 4.000 mensen, van wie er ongeveer 1.000 jonger zijn dan 50. Veel van die mensen vallen terug op een beperkt pensioen, omdat ze nog relatief jong zijn en dus geen volledige loopbaan achter de rug hebben. Bovendien zijn er veel die het werk wel minstens deels willen en kunnen hervatten, maar dat niet mogen.
De regering besliste daarom begin dit jaar al om komaf te maken met het verplicht medisch pensioen. De bedoeling is om ambtenaren beter medisch op te volgen en nieuwe arbeidskansen te bieden als hun gezondheid dat toelaat, in samenspraak met een zogenaamde terug-naar-werkcoördinator. In plaats van een pensioen krijgen ze een uitkering, die ze kunnen combineren met een job of een zelfstandige activiteit.
Om de deelstaten de kans te geven hun statuten aan te passen, komt er een overgangsperiode tot 31 december 2027. Dat besliste de federale ministerraad vrijdag, meldt minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS). Tot die tijd krijgen de betrokken ambtenaren een tijdelijk ziektepensioen, vanaf 1 januari 2028 schakelen ze over naar de arbeidsongeschiktheidsuitkering.