Kamercommissie zet licht op groen voor verlenging gebruik Covid Safe Ticket (CST)

De Kamercommissie Volksgezondheid heeft dinsdag het licht op groen gezet voor de verlenging  van het Covid Safe Ticket (CST) tot 31 oktober. De meerderheid stemde voor, N-VA onthield zich en Vlaams Belang en PVDA stemden tegen. Het wetsontwerp verhuist nu naar de plenaire vergadering van het federaal parlement donderdag.

Concreet voorziet het wetsontwerp dat het CST nog vanuit de federale overheid kan worden ingezet tot eind oktober. Nadien gaan de bevoegdheden naar de deelstaten. "Uit voorzichtigheid voorzien we ook de mogelijkheid om het CST opnieuw in gebruik te stellen na 1 november", zei minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) dinsdag in de commissie. Dat kan ofwel door een decreet of ordonnantie in de deelstaten, of via het activeren op federaal ni veau van de Pandemiewet. Dat opnieuw in gebruik stellen zal evenwel verbonden zijn aan bepaalde voorwaarden, zo moet het onder andere beperkt zijn in tijd en gericht zijn op welomschreven sectoren, gebaseerd op een risicoanalyse. 

Er worden dus twee periodes voorzien, legde Vandenbroucke uit. Van 1 tot 31 oktober kan het CST nog een federaal instrument zijn, en zal het verplicht zijn in discotheken en dancings, en dat ongeacht het aantal bezoekers en de aard van het evenement. De tweede periode loopt van 1 november tot 30 juni, waarin de bevoegdheid naar de deelstaten gaat. Die 30 juni is overigens ook de huidige einddatum van het Europees CST. "Dat is afgesproken in het Overlegcomité", zei Vandenbroucke, die verwacht dat het KB van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) daarover vandaag of morgen gepubliceerd wordt. 

De deelstaten zullen het CST kunnen inzetten in de volgende sectoren: de horeca, sport- en fitnessclubs, handelsbeurzen en congressen en de voorzieningen die behoren tot de culturele, feestelijke en recreatieve sector. Dat zijn sectoren waarvan de gefedereerde entiteiten zelf hebben laten weten dat zij mogelijkerwijze regionaal het CST willen inzetten, aldus Vandebroucke. 

In voorzieningen van residentiële opvang van kwetsbare personen zoals ziekenhuizen en in woonzorgcentra zal het mogelijk zijn om het CST te verplichten, voor de bezoekers, en dat met een leeftijdgrens van 12 jaar. In alle andere sectoren geldt een leeftijdsgrens van 16 jaar. 

Ook de burgemeesters en gouverneurs krijgen een rol toebedeeld. Zij krijgen de mogelijkheid om het minimumaantal deelnemers aan massa-evenementen vast te leggen en het verplichten van het CST voor bepaalde massa-evenementen en proef- en pilootprojecten. Vanaf 1 november kunnen ze strenger zijn, ook voor discotheken en dancings. Vandenbroucke benadrukt dat er daarvoor echter coördinatie en overleg nodig is met de gefedereerde entiteiten. "Ze kunnen dan opnieuw optreden door de drempel van het aantal participanten lager te leggen. Zij zouden ook kunnen strenger zijn dan het regionale beleid", aldus Vandenbroucke.

De meerderheid keurde het wetsvoorstel dinsdag goed. "We hebben vastgesteld dat het niet wordt toegepast op jongeren onder de 16 jaar, noch in leerruimtes (scholen, enz.). Dat was een belangrijk punt voor ons", zei Laurence Hennuy (Ecolo). In navolging van fractieleider Ahmed Laaouej, drong Hevré Rigot (PS) aan op het belang van het makkelijk toegankelijk maken van het CST op papier. Die suggestie kreeg steun van de CD&V. Minister Vandenbroucke antwoordde daarop dat het CST beschikbaar is met een eenvoudig telefoontje. Hij voegde daar aan toe dat de CovidSafe-applicatie tot nu toe al 5,28 miljoen keer is gedownload en het CST al 1,4 miljoen keer is toegestuurd via de post.

"We zitten met een zekere paradox", stelde Daniel Bacquelaine (MR), gesteund door zijn collega van Open Vld Robby De Caluwé. "Het is duidelijk dat de intentie om te controleren altijd een beperking is. Maar door deze tool te gebruiken, herwinnen we onze vrijheid. Het is in die geest dat we het steunen." Ook DéFI onderschreef deze analyse. "De uitdaging is om de hervatting van bepaalde economische activiteiten mogelijk te maken", zei Sophie Rohonyi. Het parlementslid had echter kritiek op de vertraging in het wetgevend proces en vond het "respectloos voor de actoren die het CST nodig hebben".

De N-VA zette op haar beurt vraagtekens bij het doel van de maatregel. "De basisvraag is niet risico van besmetting, maar wel de draagkracht van ons gezondheidsstelsel. En die is in gevaar gekomen en toen zijn verregaande maatregelen genomen, en daar zijn sterke argumenten voor. Vandaag moet dat door het grote aantal gevaccineerden in een andere context gezien worden. We zullen ons daarom onthouden, een signaal dat we zo snel mogelijk van de vrijheidsbeperkingen af moeten", zei fractieleider Peter De Roover. N-VA hekelde ook de nipte timing van het wetsontwerp, dat maandag nog maar passeerde op de ministeraad. "We zullen de middelen om u tegen te houden niet gebruiken. Maar dit moet echt de allerlaatste keer zijn", aldus De Roover. 

"De epidemiologische criteria zijn niet gedefinieerd", voegde Catherine Fonck (cdH) eraan toe. "Waarom zou je dit kader niet definiëren? Een barometer zou niet oninteressant zijn", stelde ze voor, ondersteund door Sophie Rohonyi.

De PVDA is geen voorstander van de tekst, zelfs al wordt "het CST door organisatoren aanvaard als het mindere kwaad". Sofie Merckx uitte ook opnieuw kritiek op de gedifferentieerde aanpak. "We leven niet op eilanden. Er zijn 200.000 Vlamingen die elke dag in Brussel komen werken."

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.