Een studie bij meer dan duizend huisartsen in het Verenigd Koninkrijk toont aan dat 72% van de huisartsen gebruik maakt van digitale tools bij de begeleiding van patiënten met een depressie.

Depressies zijn wereldwijd een van de belangrijkste oorzaken van invaliditeit. De maatschappelijke tol is hoog en de kosten worden in het VK geschat op meer dan 13 miljard euro in 2026 voor zorg, sociale diensten en baanverlies. Artsen worden geconfronteerd met een explosie van hulpvragen in de eerste lijn. Huisartsen zouden 30% van hun tijd besteden aan patiënten met geestelijke gezondheidsproblemen.

Digitale tools die weinig of geen aanwezigheid van artsen vereisen nemen dan ook een belangrijke plaats in bij de behandeling van patiënten met mentale stoornissen.

Een bijkomend bewijs van het nut van die tools werd geleverd in een onderzoek waarvan de resultaten gepubliceerd werden in de British Journal of General Practice. Een team van onderzoekers van de Universiteit Amsterdam en de Mental Health Foundation in Londen bevroeg Britse artsen over het gebruik van digitale tools in het kader van de behandeling van depressie.

De resultaten zijn opmerkelijk: van de 1.044 respondenten zegt 72% van de huisartsen (waarvan 68% van 30 tot 39 jaar oud) gebruik te maken van minstens één digitale tool. Daarbij horen cognitieve e-gedragstherapie, digitale evaluatievragenlijsten, mindfulness tools en psychologische hulpmiddelen. Een grote meerderheid van de artsen (73%) meent dat het gebruik van de tools in de toekomst zal toenemen. Maar dat succes neemt niet weg dat 92% van de artsen zegt dat ze niet opgeleid zijn voor het gebruik van de tools die ze gebruiken.

De auteurs dringen aan op het belang van educatie inzake nieuwe digitale technologie bij toekomstige artsen en artsen in opleiding, en pleiten voor meer onderzoek voor een betere preventie en behandeling van depressie in de eerste lijn.

GPs’ attitudes towards digital technologies for depression: an online survey in primary care