Nederland spreekt niet over afname- en triagecentra, maar over coronastraten waarin gespecialiseerde huisartsen actief zijn. Huisarts-epidemioloog Dennis Mook uit Den Haag vertelt over zijn ervaringen in een podcastreeks op MedNet, getiteld: 'De huisarts in corona-tijd'. Hij heeft het onder meer over het belang van patroonherkenning.
Wat is een coronastraat precies? De coronastraat ontstond heel snel op initiatief van huisartsen om onder meer zichzelf en hun personeel te beschermen tegen de pandemie en ook om het gebruik van beschermende middelen te bundelen per regio via huisartsenposten. Die posten werden omgetoverd tot een zogenaamde 'coronastraat'.
Zo verwezen huisartsen in tal van gevallen door naar elkaar in plaats van naar de specialist, waarna de coronastraat verder kon triëren. Vergelijkbaar dus met onze triagecentra. Artsen doen er zeer beperkt lichamelijk onderzoek om vlug te zien of ze al dan niet coronasymptomen te hebben en patiënten al dan niet opgenomen moeten worden.
De meeste coronastraten werken zo dat patiënt gebeld worden in hun auto die komt aanrijden om te zeggen wanneer ze naar binnen mogen voor onderzoek. Dat om een ophoping van wachtenden in een wachtruimte te vermijden. Vergelijkbaar dus met onze telefoontriage.
Voordeel van de coronastraat is dat het ziektebeeld gegroepeerd wordt en makkelijker te herkennen is (patroonherkenning).
Covid-19-patroon
Dat patroon omschrijft dr. Mook als "De welbekende dip. Mensen hebben vijf-zes dagen koorts, met wat hoesten en eventueel gastro-intestinale symptomen, vergelijkbaar met influenza. Na dag zes – zeven lijkt het wat beter te gaan, maar dan krijgen ze een enorme terugval. De koorts kan ook opmerkelijk lang voortduren, drie tot vier weken soms. Maar wellicht nog belangrijker vindt hij een hypoxie 85% saturatie die niet erg kortademig lijkt. Een patiënt met een hypoxisch delier en 30 dagen koorts blijkt geen uitzondering."
Daarnaast zijn er de huisbezoeken: "We leggen ook geregeld visites af bij ca. 45-jarigen, wat ongewoon is voor een huisartsenpraktijk." Dr. Mook adviseert collega's om zeker eens mee te draaien in een coronastraat, liefst via een visitedienst 'omdat je dan wat ergere gevallen ziet. Dat is heel nuttig voor je beeldvorming van wat corona is.'
Vooruitblikkend vreest ook hij zoals de meeste Vlaamse huisartsen het najaar want "dan komen rhinovirussen en influenza weer een rol spelen en wordt het onderscheid met corona moeilijker.'
Andere praktijkinrichting
Op de langere termijn ziet hij een evolutie waarin de huisartsen weer weggaan van de coronastraat: "Ze zullen de coronapatiënten meer zien in hun eigen praktijk en moeten die dan ook in die zin inrichten."
De podcast in kwestie kunt u hier beluisteren.