Mannelijke artsen worden op symposia als ‘dokter’ aangesproken, terwijl vrouwelijke collega’s in één adem door bij hun voornaam worden genoemd. Zo van: “Dank u, dr. X, dr. Y en Anita”. Dat schrijft cardioloog Sharonne Hayes van de Mayo Clinic in Rochester. “Tja, Amerika, daar gebeuren wel meer gekke dingen”, denkt u misschien. Maar Ionica Smeets, professor in de communicatiewetenschappen aan de universiteit van Leiden, noemt het verhaal “herkenbaar” en deelt het op Twitter.
Nadat het haarzelf en een paar collega’s was overkomen, kwam dr. Hayes in actie. Samen met twee andere vrouwelijke artsen zette ze onderzoek op rond het fenomeen. Gesteund door een veelkoppig team gingen de drie artsen hun licht opsteken op de wekelijkse klinische zittingen van ziekenhuizen.
Ze stelden vast dat vrouwelijke sessievoorzitters bijna altijd (in 96% van de gevallen) de titel van een spreker vermelden als ze hem inleiden, ongeacht de sekse van de betrokkene. Mannelijke voorzitters zijn een stuk nonchalanter: slecht twee derde van hen gebruikt ‘soms eens’ de vermelding ‘dokter’. Groter nog was het verschil als men keek naar de sekse van de spreker: mannen werden door mannen in 72% van de gevallen samen met hun titel vernoemd, bij vrouwen was dat minder dan de helft.
Twee bladen weigerden het artikel, omdat ze het ‘niet echt een onderwerp’ vonden. Ten slotte werd het gepubliceerd in Journal of Women’s Health. De auteurs willen mannelijke artsen niet aan de schandpaal binden. Volgens hen is het aangekaarte gedrag zelfs niet intentioneel of bewust. Maar ze vinden wel dat het aanleiding geeft tot een impliciete aantasting van het professionele prestige van vrouwelijke artsen. Met hun publicatie hopen ze te sensibiliseren.