De honoraria voor de klassieke huisbezoeken, consultaties of het globaal medisch dossier (GMD) stijgen vanaf januari met 3,3%. Dat zegt Marc Moens, voorzitter van Bvas.
Dit is het resultaat van de medicomut maandag. Dat alles nadat de nationale commissie artsen-ziekenfondsen (Medicomut) maandagavond een akkoord heeft bereikt over de verdeling van het indexbudget. Grosso modo stijgen de remgelden evenredig mee, zodat de kosten voor de patiënt wel nagenoeg gelijk blijven.
Voor 2019 is een budget voorhanden van 131,8 miljoen euro om de erelonen van artsen te indexeren. Het gaat om een indexering van 1,45 procent op een totaalbudget van 8,4 miljard euro.
Volgens BVAS-voorzitter Moens is beslist om de honoraria voor de klassieke consultaties met 3,3 procent te laten stijgen van 25,4 tot 26,3 euro in 2019. Omdat het remgeld evenredig stijgt, zal de patiënt daar niets van voelen. Een huisbezoek wordt 1,25 euro duurder tot 38,9 euro. Hier wordt de stijging niet volledig gecompenseerd door het ziekenfonds, maar Moens zegt dat dit de patiënt slechts enkele eurocenten zal kosten. De honoraria voor een gewoon GMD tot slot stijgen van 30 naar 31 euro, voor chronische patiënten wordt dit 56,8 in plaats van 55 euro. Ook hier stijgt het remgeld 3,3 procent mee en merkt de patiënt dus niets.
Voor de chirurgen komt er geen indexering in 2019. Hetzelfde geldt voor een stuk voor technische prestaties, klinkt het. Voor andere prestaties geldt dan weer een indexering van 1,45 procent.
BVAS is tevreden dat artsen en ziekenfondsen een akkoord bereikten over de verdeling van het indexbudget. Dat intellectuele prestaties meer geïndexeerd worden dan technische komt "tegemoet aan onze verwachtingen". Moens is verheugd dat de verschillen binnen de beroepsgroep zo "iets kleiner" worden