Na de clash met de artsensyndicaten zette minister De Block haar krijtljnen uit om tot een oplossing te komen. Ze mikt op betere coördinatie tussen de verschillende systemen en schuift de hete hangijzers ook door naar een werkgroep.
Er kwam een concreet voorstel met vier punten op tafel. Zoals bekend zijn In de gezondheidszorgbegroting voor 2016 de bedragen voor nieuwe huisartsenwachtposten die nog niet benut zijn, bevroren. Van de 10,2 miljoen euro voor 2015 en 2016 wordt de schijf van 5,25 miljoen euro die uitgetrokken was voor 2016, bespaard. Dit bedrag draagt bij aan de besparingen die moeten gebeuren binnen de gezondheidszorg. Het resterende bedrag van 4,95 miljoen euro wordt nu wel vrijgegeven, tenminste als bepaalde voorwaarden zijn ingevuld.
Spoeddiensten wachtposten en triage beter coördineren
Minister De Block: “We willen de huisartsenwachtposten en -wachtdiensten, de spoeddiensten en de triage via het nummer 1733 beter op elkaar afstemmen. Samen moeten deze diensten één gestroomlijnd geheel vormen Zoiets vraagt een overkoepelende visie over de organisatie van en de onderlinge verhoudingen tussen deze verschillende diensten. Ook moeten we bekijken hoe de organisatie van de huisartsenwachtposten nog efficiënter kan.” De Block wil op korte termijn een werkgroep starten met alle betrokkenen. Eerstdaags ovangen alle betrokken partijen een uitnodiging voor een eerste bijeenkomst van deze werkgroep, met vier opdrachten op het programma:
- een geïntegreerde visie ontwikkelen, niet enkel over huisartsenwachtposten maar over het volledige plaatje.
- het afsprakenplan tussen de spoeddiensten en de wachtposten (cfr. akkoord 2015) checken en de toepassing evalueren.
- de optimalisering van de kostenstructuur en de doelmatigheid van de wachtposten (nu bestaan er praktijkverschillen tussen sommige wachtposten, we moeten naar een verdere standaardisering van de criteria).
- een concrete methodiek ontwikkelen voor de toekenning van de 4,95 miljoen euro aan projecten die al zijn ingediend bij het Riziv en die voldoen aan de nieuwe gestandaardiseerde criteria.