Dat wees een recente studie uit, gepubliceerd in the Annals of Internal Medicine. Maar hoe komt dat en waarom lijkt de administratie alsmaar toe te nemen?

Volgens de studie spenderen dokters voor elk uur dat ze patiënten zien, bijna twee extra uren aan papierwerk. Vreemd om op die manier de capaciteiten van artsen in te zetten. Bovendien verspilt dit ook een pak tijd voor de patiënten zelf, die de arts opzochten voor zijn medische expertise, niet voor zijn ‘administratieve expertise’.

De studie bevestigde alvast wat tal van artsen zelf aanvoelden: de papierberg die ze moeten doorworstelen, wordt oncontroleerbaar. De studie zelf onder de leiding van dokter Christine Sinsky (American Medical Association) volgde 57 Amerikaanse huisartsen, artsen interne geneeskunde, cardiologen en orthopedisten voor in totaal 430 uur. Daarbovenop hielden 21 artsen een dagboek bij na de uren. Resultaat? Artsen spendeerden 27% van hun tijd in hun praktijk om patiënten te zien en 49,2% van hun tijd aan papierwerk (inclusief het elektronisch patiëntendossier). Zelfs als de artsen de patiënten onderzochten, besteedden ze maar iets meer dan de helft van hun tijd aan contact met hem of aan onderzoek en 37% aan… bureaucratie.

Een gelijkaardige studie van 2005 in Annals of Family Medicine wees uit dat een derde van de artsentijd toen naar papierwerk ging. In iets meer dan een decennium is de situatie dus aanzienlijk verslechterd… En dit mag dan een momentopname zijn in Amerika, weinig doet vermoeden dat het bij ons de andere richting uitgaat.