Een rekensommetje van dr. Marc Moens (Bvas-voorzitter) leert hoeveel de artsen de jongste jaren al moesten inleveren. Het verschil tussen de theoretische en de reële indexering van de artsenhonoraria is aanzienlijk. Daarbovenop kwam de regering opnieuw terug op het akkoord van begin dit jaar hoewel expliciet afgesproken was dat hieraan niet meer mocht worden geraakt (punt 13.1.2).
-
verlies van de volledige index van 1,4% in 2011 (of een inlevering van 98,6 miljoen euro)
-
twee derden verlies van de index van 2,99% in 2012: -1,99 % (of -141 miljoen euro)
-
ruim de helft verlies van de index van 2,76% in 2013: -1,46 % (of -109,6 miljoen euro)
-
de volledige index van 0,53% in 2014 (of -41,6 miljoen euro)
-
de volledige index van 0,62% in 2015 (of -48,8 miljoen euro)
Of samen een indexinlevering van 6,0% voor een bedrag van -439,7 miljoen euro (zie ook tabel onderaan).
Toetje er bovenop: voor de artsen een verlies van 145,6 miljoen van hun rechtmatige 218,4 miljoen euro index
En nu als toetje er bovenop: het verlies van 1,67% van de 2,51% index, wat voor de artsen neerkomt op een verlies van 145,6 miljoen van hun rechtmatige 218,4 miljoen euro index. Voor alle zorgverstrekkers samen die via honoraria betaald worden, een verlies van 247 miljoen euro: 18,2 miljoen voor de tandartsen; 9,64 miljoen voor de apothekers; 24,96 miljoen voor de verpleegkundigen; 12,71 miljoen voor de kinesitherapeuten; 7,12 miljoen voor de dialyse om maar de belangrijkste indexverliezers op te sommen. Cumulatief sinds 2010 betekent deze zoveelste indexinlevering een inkomensverlies van 9,3 %..
Samen met de nieuwe indexsprong wordt +/- 246 miljoen of +/- 3 % uit het totale artsenbudget weggesneden
In het Verzekeringscomité werden voor 2017 al voor meer dan 100 miljoen besparingen aangekondigd bij de artsen omdat de budgetcontrolecommissie “vermoedt” dat het budget 2016 met ongeveer dit bedrag zal overschreden worden. Samen met de nieuwe indexsprong wordt dus +/- 246 miljoen of +/- 3 % uit het totale artsenbudget weggesneden. In haar persbericht van zaterdag heeft de minister het specifiek ook over besparingen in de klinische biologie en de medische beeldvorming, zonder te zeggen hoe. Het akkoord artsen ziekenfondsen van 22.12.2015 stelt onder meer dat overschrijdingen dienen gecompenseerd worden. Dat contract moet uitgevoerd worden, maar niets meer dan dat. Voor beide sectoren gaat het respectievelijk om 13,3 en 14,5 miljoen euro.
Elke euro besparing, groter dan de contractueel te neutraliseren overschrijding in om het even welk begrotingsonderdeel van de artsenhonoraria, zullen we afwijzen.
Het scalpel van Maggie De Block is uitgeschoten en maakt ongewenste littekens. De discriminerende aanslag op de index en elke mogelijke andere niet afgesproken besparing die we allicht maandag 17.10.2016 in de Algemene Raad zullen te horen krijgen, leiden tot het inroepen van het artikel 13.1.2 van het nationaal akkoord artsen ziekenfondsen voor 2016-2017. Als de regering unilaterale besparingen doorvoert zonder wettelijke basis vraagt de BVAS onmiddellijk de uitvoering van dit artikel: de van rechtswege ontbinding per 01.01.2017 van het lopende akkoord artsen – ziekenfondsen.
Gevolgen voor het akkoord
Het akkoord 2016-2017 vermeldt expliciet dat het akkoord in bepaalde omstandigheden niet meer rechtsgeldig is. De Bvas liet deze passage speciaal inbouwen omdat de regering voordien al te vaak terugkwam op gemaakte afspraken. Hier een belangrijke passage die stipuleert dat het akkoord van rechtswege ontbonden wordt 30 dagen nadat onder meer de volgende situatie ontstaat:
13.1.2.1. De bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van besparingsmaatregelen die eenzijdig door de regering worden vastgesteld ten aanzien van het huidig begrotingskader, de besparingen en correctiemaatregelen vermeld in het akkoord uitgezonderd.
Deze passage zegt dus dat het akkoord niet meer geldt als de regering extra-maatregelen neemt buiten die maatregelen die nodig zijn bij budgetoverschrijding. De forse ingreep op de indexering kan zo worden geïnterpreteerd, net als wat men van plan is voor de klinische biologie en de medische beeldvorming, al is dat voer voor juristen.
Verder staan ook de modaliteiten in het akkoord om tot die stap over te gaan:
13.1.2.4. Een representatieve organisatie die een ontbinding van rechtswege wenst in te roepen op basis van voornoemde situaties deelt dit mee aan de Nationale Commissie artsen-ziekenfondsen (NCGZ) binnen een termijn van 15 dagen nadat zij een van voornoemde situaties vaststelt.
13.1.2.5. In dat geval roept de voorzitter van de NCGZ een vergadering bijeen, waarop de minister wordt uitgenodigd.
Overleg blijft dan dus nog mogelijk, maar wel onder een zekere tijdsdruk vooraleer het akkoord van rechtswege niet meer bestaat. Tenzij commissievoorzitter Jo De Cock hier nog een konijn uit zijn hoge hoed tovert.