Het Riziv schrijft wel degelijk op zijn site “2017 wordt een overgangsjaar”. En niet: “vanaf 1 januari verdwijnen de papieren voorschriften”, zoals het tv-middagjournaal van 31 december op Eén meldde. Er wordt vanuit de overheid uiteraard wel aangestuurd op een snelle overstap. Maar het papieren voorschrift blijft geldig.
Wat is er precies veranderd op 1 januari? Artsen die elektronisch werken, zullen de patiënt geen afgedrukt voorschrift meer overhandigen, maar een ‘bewijs van elektronisch voorschrift’. Hierop kan de patiënt nog altijd lezen wat de arts voorgeschreven heeft, maar het document heeft geen wettelijke waarde – het draagt geen handtekening.
Wat er wél op staat, is een barcode: die heeft de apotheker voorlopig nodig om via zijn computer toegang te krijgen tot het elektronisch voorschrift dat de arts opgesteld heeft. Het is de bedoeling dat het scannen van de barcode op termijn overbodig wordt: de apotheker zou dan rechtstreeks het elektronisch voorschrift kunnen raadplegen zodra hij de eID van de patiënt in zijn kaartlezer plaatst. Het elektronisch voorschrift dat de apotheker via zijn computer te zien krijgt, is het enige rechtsgeldige document: daarop baseert hij zich voor de aflevering van geneesmiddelen.
Als de barcode op het bewijs van elektronisch voorschrift overbodig wordt, betekent dat dan ook dat het bewijs zelf kan verdwijnen? Volgens het Riziv is het inderdaad de bedoeling het bewijs van elektronisch voorschrift op termijn uit circulatie te nemen. Dat houdt in dat de patiënt niet langer over een schriftelijk overzicht beschikt van wat hij bij de apotheker kan afhalen. Een alternatief bestaat erin dat patiënten een vlotte, mobiele toegang hebben tot de Patient HealthViewer. Allicht zal die optie niet snel op poten kunnen worden gezet.
Papier snelt te hulp voor technische en andere obstakels
Er worden op het terrein flink wat technische problemen gemeld met het gebruik van Recip-e. Welke oplossingen?
Als het proces hapert op het ogenblik dat de arts het voorschrift opstelt, is de remedie duidelijk: “het papieren voorschrift blijft geldig in 2017”, zegt het Riziv. Als er problemen optreden bij het ophalen van het voorschrift, mag de apotheker zich voor de aflevering uitzonderlijk baseren op het bewijs van elektronisch voorschrift. In een dergelijke situatie mag hij het bewijs van elektronisch voorschrift bijhouden. In normale omstandigheden geeft hij het aan de patiënt terug, met de schriftelijke vermelding dat het uitgevoerd is.
Dat het papieren voorschrift geldig blijft, vindt niet alleen zijn oorsprong in het risico van technische problemen. Er zijn nog een paar andere redenen. Ten eerste is informatisering pas verplicht vanaf 2020. Ten tweede is er nog geen goede oplossing voor het huisbezoek: men kan van de huisarts niet verlangen dat hij met een printer op de hort gaat. Bovendien bestaat er nog niet overal in ons land een werkbare mobiele internetdekking. Ten derde is er ook geen oplossing voor magistrale voorschriften.
Het Riziv vermeldt nergens een strakke timing voor het ontrollen van het elektronisch voorschrift. Is 2017 een overgangsjaar, dan geeft men aan dat het elektronisch voorschrift in 2018 ‘de regel’ wordt.