Nadat de provincie Antwerpse strenge coronamaatregelen heeft ingevoerd afgelopen zomer, kwam er minder volk naar de winkelstraat Meir. Dat blijkt uit een monitoringproject van de UAntwerpen. Mensen die wel kwamen, repecteerden de anderhalvemeterregel ook beter dan voorheen.

Samen met AI-bedrijf Robovision en beveilingsfirma Securitas onderzochten onderzoekers van de UAntwerpen tussen half juni en half november 2020 of mensen op de Meir voldoende afstand hielden. Dat gebeurde met een mobiele camera-installatie ter hoogte van de Wapper.

"We wilden vooral achterhalen hoe de interactie tussen passanten doorheen de maanden evolueerde", legt onderzoeker Steven Latré (UAntwerpen) uit. "Zouden mensen de afstandsregel minder respecteren naarmate de coronamoeheid toenam? Werd er meer afstand gehouden als de regels verstrengd werden?"

Uit de analyse van de metingen blijkt een mentaliteitswijziging in het midden van de zomer. "Na 27 juli zakten er duidelijk minder mensen af naar de Meir, en zij die dat wel deden, respecteerden in toenemende mate de afstand van anderhalve meter", zegt Latré. "Dat keerpunt hangt ontegensprekelijk samen met de strengere regels die gouverneur Berx toen voor de provincie Antwerpen uitvaardigde."

Ook de tweede lockdown vanaf 2 november leidde tot minder passage. De drukste dagen in de winkelstraat waren 22 juni en 31 augustus. In het algemeen waren maandag en zaterdag de drukste dagen. Vooral op zaterdag werd er minder afstand gehouden. Ook de winkelzondagen komen - logischerwijs - naar voren in de analyse: zij zijn drukker dan gewone zondagen. Er werd echter geen extra drukte gemeten op de laatste koopzondag (1 november) vlak voor de sluiting van de niet-essentiële winkels.

De onderzoekers zijn zich bewust van de beperkingen van het systeem. Zo kan de software niet herkennen wie tot dezelfde bubbel behoort en dus geen afstand moet houden. Ze zijn wel overtuigd van toepassingsmogelijkheden buiten de coronacontext, over hoe bezoekers en inwoners zich verplaatsen doorheen de stad. "Die verkeersstromen kunnen vervolgens aangepast worden om knelpunten te vermijden", zegt Christiaan Leysen van UAntwerpen.