Terugbetaald gebruik antidementia in tien jaar gehalveerd

In 2022 gebruikte 1,2 procent van de 65-plussers in België minstens één keer antidementia. De voorbije tien jaar is het terugbetaalde gebruik gehalveerd. Dat blijkt uit cijfers van het InterMutualistisch Agentschap (IMA).

In 2019 was dementie, samen met coronaire hartziekte, de belangrijkste doodsoorzaak in België. Ze waren elk verantwoordelijk voor 9 procent van alle overlijdens. Het aantal Belgen met dementie wordt geschat op 200.000, wat overeenkomt met 8,5 procent van alle 65-plussers. De prevalentie van dementie stijgt doorgaans met de leeftijd en met de vergrijzing zal dat percentage wellicht verder toenemen.

De huidige behandelingen zijn erop gericht om de individuele symptomen te bestrijden en de levenskwaliteit van de patiënten en mantelzorgers zo lang mogelijk te bewaren. Antidementia (N06D) zorgen bij bepaalde vormen van dementie - alzheimer, Lewy Body en parkinson - voor een bescheiden stabilisatie van de cognitieve functie van patiënten met een lichte of matige vorm. Het effect is echter beperkt in de tijd en de risicobatenverhouding staat ter discussie. In 2011 werd de terugbetaling van een anatal antidementie beperkt, omdat de effictiviteit ervan te wensen overliet.

In 2022 gebruikte 1,2 procent van 65-plussers in België minstens één keer antidementia. Vergeleken met tien jaar eerder is het terugbetaalde gebruik gehalveerd. In Vlaanderen ligt het gebruik ruim dubbel zo hoog als in Wallonië en Brussel, terwijl het in 2011 nog veel dichter bij elkaar lag. Ook het volume is ruim twee keer zo groot in Vaanderen. Van de 65-plussers die in 2022 minstens één dag in een woonzorgcentrum verbleven, heeft 4,2 procent antidementia gebruikt. Dat percentage is sterk gedaald ten opzichte van 2011 - toen bedoeg het 11,1 procent. De globale daling van het terugbetaalde gebruik is aan die groep toe te schrijven. Van de patiënten die in 2022 minstens één keer gebruik maakten van thuiszorg (en niet verbleven in een woonzorgcentrum), heeft 3,5 procent antidementia gebruikt, wat ook een sterke daling inhoudt. Het antidementia gebruik bij 65-plussers die geen langdurige verpleegkundige zorg krijgen, is in het voorbije decennium licht gezakt, van 1 naar 0,7 procent.

Meer gebruik bij vrouwen
Het gebruik van antidementia ligt hoger bij vrouwen (1,3%) dan bij mannen (1,0%). Dat verschil is in tien jaar wel kleiner geworden. Volgens cijfers van Sciensano is dementie sinds 2013 de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen.Dat lijkt vooral te wijten aan de hogere leeftijdsverwachting bij vrouwen. Leeftijd is een belangrijke factor voor het risico op dementie en de groep 80-plussers telt meer vrouwen dan mannen. Een uitsplitstsing naar gebruikers van langdurige zorg, doet het verschil verdwijnen.

Bijna negen op de tien patiënten met een aflevering van antidementia, maakt er langdurig gebruik van (meer dan een jaar), 5 procent maakt er zes tot twaalf maanden gebruik van, de resterende 7 procent minder dan zes maanden. Het gaat daarbij niet alleen om patiënten bij wie de behandeling stopgezet wordt, maar ook om patiënten die overlijden.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.