Het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) en de Universiteit Antwerpen (UAntwerpen) zijn een pilootproject gestart om longkanker vroegtijdig op te sporen bij risicogroepen. Het project, genaamd ZORALCS (Zuid-Oost Rand Antwerpen Lung Cancer Screening), richt zich op inwoners tussen 55 en 74 jaar uit zeven gemeenten in de Antwerpse regio die roken of gerookt hebben.
Recent voerde het longtransplantatieteam met succes de 1.500ste longtransplantatie in UZ Leuven uit. Meer dan drie decennia aan onderzoek, expertise en een sterke interdisciplinaire aanpak werpt zijn vruchten af: het centrum behoort vandaag tot de Europese top. Het voert jaarlijks zo’n twee derde van alle Belgische longtransplantaties uit en behaalt uitstekende resultaten
Slechts vier op de tien omstanders grijpen in wanneer ze getuige zijn van een hartaanval. Dat blijkt uit cijfers van het Antwerpse Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS). "Meer kennis zou het aantal overlevenden doen stijgen", klinkt het.
Kredietverzekeraar Allianz Trade en Inclusive Brains ontwikkelen samen een AI-systeem waarmee berichten kunnen worden verzonden zonder aanraking of spraak, met als doel mensen met een beperking meer autonomie te geven.
Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv) beschouwt meer dan de helft van de ruim 500.000 langdurig zieken in ons land als permanent arbeidsongeschikt. Dat blijkt uit gegevens die De Tijd opvroeg. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) laat een deel van hen opnieuw controleren.
Op www.gezondbelgië plaatste het Riziv cijfers over diverse disciplines waaronder ook de anesthesie. Het gaat zogezegd om het gemiddeld terugbetaalde bedrag per FTE, conventionerings- en accrediteringspercentages, dichtheid, toegankelijkheid en dies meer. De Belgische Beroepsvereniging van artsen-specialisten in anesthesie en reanimatie (BSAR-APSAR) nam met stijgende verbazing kennis van die cijfers.
In het rapport komen diverse aspecten aan bod vanuit een professioneel perspectief: toegankelijkheid, patiënteel, werklast, feitelijke subspecialiteiten, vervangingsratio's. Enkele opmerkelijke cijfers voor de anesthesisten die bij de anesthesisten overigens op onze vraag met stijgende verbazing bekeken werden.
De evaluatie van Sciensano is niet echt geruststellend voor de komende jaren, met toenemende ongelijkheden in de gezondheid van onze medeburgers en groeiende verschillen...
De gemiddelde Belg wordt jaarlijks blootgesteld aan een dosis ioniserende straling van 4 millisievert (mSv) per jaar. Dat blijkt uit een schatting op basis van gegevens uit 2015.
De mogelijke aanwezigheid van fipronil in eieren komt niet aan bod in het rapport van de Hoge Gezondheidsraad van juni 2016. Dat zegt het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) zaterdag in reactie op het nieuws dat de Gezondheidsraad vorig jaar het middel onder de loep nam.
Het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) controleert niet systematisch op de aanwezigheid van fipronil, hoewel er meer dan een jaar geleden al signalen waren over de schadelijkheid van het pesticide. In juni 2016 waarschuwde de Hoge Gezondheidsraad reeds voor fipronil
"Er zijn een tiental basisproducten in onze voeding waarbij een overheidsinstantie zoals het voedselagentschap geen enkel risico mag nemen, dat zijn melk, eieren, brood, enkele vleeswaren en vissoorten, en dergelijke." Dat zegt prof. Willy Baeyens, chemicus aan de VU Brussel en tussen 2002 en 2016 coördinator van het Steunpunt Milieu en Gezondheid van de Vlaamse Gemeenschap.
Gegrild, gerookt of gebarbecued vlees is een van de voornaamste bronnen van kankerverwekkende polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) en kan het risico op borstkanker verhogen. Geen enkele studie deed tot nu toe onderzoek naar de impact van PAK op de overlevingskansen na een borstkanker diagnose.
Het einde van de griepepidemie in België lijkt in zicht nu het aantal mensen met een griepaal syndroom die een huisarts consulteerden onder de epidemische drempel - 128 raadplegingen per 100.000 inwoners - is gedaald. Dat maakt het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) woensdag bekend. Als deze trend zich volgende week doorzet, zal het WIV het einde van de epidemie aankondigen.
Didier Vander Steichel, medisch en wetenschappelijk directeur van de Stichting tegen Kanker, stond mee aan de basis van de campagne ‘Tournée minérale’. De uitdaging is duidelijk: geen druppel alcohol aanraken tijdens de kortste maand van het jaar. Als dat geen goed idee is!
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft onlangs een rapport gepubliceerd over de financiering van de thuisverpleging (1). Deze studie werd uitgevoerd door onderzoekers van de Université Libre de Bruxelles (Magali Pirson, Freddy Falez) en de Katholieke Universiteit Leuven (Walter Sermeus, Louis Paquay, Jozef Pacolet). Zij hebben het huidige financieringssysteem in België en in het buitenland in kaart gebracht en de mogelijkheden onderzocht om het financieringssysteem van de thuisverpleging in België te hervormen, gebaseerd op ervaringen in het buitenland en andere classificatiesystemen van bestaande patiënten.
In hun dagelijkse praktijk worden huisartsen vaak geconfronteerd met moeilijke, delicate situaties die aanleiding kunnen geven tot een klacht bij de Orde der Geneesheren en zelfs strafrechtelijke gevolgen kunnen hebben. Welke medisch-sociale houding dien je in dergelijke gevallen aan te nemen? Welk advies moet je de huisarts geven wanneer hij wordt geconfronteerd met patiënten die halsstarrig elke medische hulp en verzorging weigeren, of wanneer de opdringerigheid van de naaste familie hem in een lastig parket brengt? Met welke twijfels moet je leren omgaan? Het is geen kwestie van zwart of wit, van goed of slecht: de arts moet altijd en uitsluitend in het belang van de patiënt handelen.
Op dit moment kunnen patiënten voor de diagnose terecht in één van de 8 Belgische centra voor menselijke genetica, en voor de behandeling in één van de 21 multidisciplinaire referentiecentra gewijd aan specifieke zeldzame ziekten of ziektegroepen. Ze hebben toegang tot 43 terugbetaalde weesgeneesmiddelen en andere geneesmiddelen die noodzakelijk zijn voor hun behandeling. Tot slot spelen tal van patiëntenverenigingen (150) en de koepelorganisatie RaDiOrg.be (met 80 verenigingen) een cruciale rol op het vlak van informatie, hulp, steun en vertegenwoordiging. De maatregelen die worden voorgesteld in het rapport, houden uiteraard rekening met deze situatie. De maatregelen werden opgebouwd volgens 5 principes.
In de jaren negentig kwam een vermageringsproduct met aristolochiazuur in België in opspraak nadat bij gebruiksters gevallen van nierinsufficiëntie werden vastgesteld. Sindsdien zijn heel wat wetenschappelijke studies uitgevoerd, waarin werd vastgesteld dat deze stof zeer toxisch is voor de nieren, maar ook kanker van de urinewegen kan veroorzaken.
Onlangs publiceerde het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in samenwerking met het Riziv en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) een rapport dat de performantie evalueert van ons systeem van volksgezondheid (1). De onderzoekers bestudeerden de toegankelijkheid, de kwaliteit, de efficiëntie, de duurzaamheid en de billijkheid van het systeem aan de hand van 74 indicatoren. De verkregen resultaten werden vervolgens vergeleken met die van veertien andere Europese landen...
Casus 1: wij willen euthanasie Een 75-jarige dame werd door haar echtgenoot naar de dienst oncologie gebracht met de vraag om euthanasie uit te voeren. Beiden zagen de huidige leefsituatie niet meer zitten en aangezien de patiënte aan gevorderde borstkanker leed, vroegen zij en haar man om een euthanasieprocedure te starten.
Casus 2: ik zie het niet meer zitten Een patiënte en haar echtgenoot consulteerden met een vraag naar euthanasie. Patiënte leed sinds jaren aan het chronischevermoeidheidssyndroom. Ze had verschillende behandelingen gevolgd, maar deze hadden alle geen resultaat opgeleverd. Patiënte vroeg dat er een einde aan haar leven gesteld werd. Ze had een lijvig dossier bij met alle onderzoeken die over de jaren waren uitgevoerd en die de diagnose van chronischevermoeidheidssyndroom suggereerden.
Prof. Guy De Backer (UZ Gent) is gekend voor zijn bijdrage aan de opstelling en promotie van de Europese aanbevelingen op het vlak van cardiovasculaire preventie. Daarnaast heeft hij meer dan dertig jaar samengewerkt met prof. Marcel Kornitzer (ULB) aan belangrijke epidemiologische studies. Prof. De Backer en prof. Kornitzer stelden enkele weken geleden hun monografie voor, met de titel "Belgische bijdrage tot de epidemiologie en tot de primaire preventie van hart- en vaatziekten". De monografie bevat een compilatie van alle onderzoeken naar de epidemiologie en de primaire preventie van cardiovasculaire ziekten die de voorbije vijftig jaar in België zijn uitgevoerd. En het werk brengt niet enkel de in ons land uitgevoerde onderzoeken in kaart. Het is ook een eerbetoon aan de Belgische visionaire pioniers die al heel vroeg het belang van onderzoek in dit domein begrepen.
Gisterenavond besliste de raad van bestuur van de Bvas om met een grote meerderheid deel te nemen aan de vergadering van de Nationale Commissie Geneesheren-Ziekenfondsen. Jo De Cock roept hen vanavond samen om te discussiëren over de mogelijke onderhandeling van een nieuw akkoord voor 2013, een beslissing waarop de overheid al enkele weken zit te wachten.
In een rapport met de titel 'Dementia: a public health priority', roepen de WGO en Alzheimer’s Disease International (ADI) de autoriteiten overal ter wereld op om programma's voor de strijd tegen dementie te lanceren. Deze programma's moeten zorgen voor een snellere diagnose, de sensibilisering van het publiek en de versterking van de zorgverlening aan demente patiënten en hun familie.
Een cohortstudie in The Lancet op basis van gegevens uit 2011 brengt aan het licht dat de sterfte na een niet-cardiale heelkundige ingreep in Europa hoger is dan werd aangenomen. De duidelijke variaties in mortaliteit tussen de verschillende landen onderling suggereert dat er behoefte is aan nationale en internationale strategieën om de zorg voor deze patiënten te optimaliseren.
Vrouwen die roken, boeten ten minste 10 jaar aan levensverwachting in. Maar als ze stoppen voor hun 40 jaar, kunnen ze meer dan 90% van het verhoogde risico op overlijden vermijden. Dat blijkt uit de meest grootschalige studie ooit naar de voordelen van een rookstop in het Verenigd Koninkrijk. De resultaten werden op 27 oktober gepubliceerd in de Lancet online.
Het deontologisch platform Mdeon lanceert een grote campagne, met de nodige humor, om iedereen te herinneren aan de deontologische verplichtingen die de zorgverstrekkers moeten volgen in hun relaties met de geneesmiddelenindustrie en de industrie van het medisch materiaal.
Gebrek aan lichaamsbeweging heeft een belangrijk effect op de gezondheid, wereldwijd. Ombuigen van dit ongezonde gedrag zou de gezondheid substantieel ten goede komen. Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers in The Lancet.
Ook in België is binge drinking bij jongeren een onrustwekkend probleem. Medewerkers van het UZA en de Universiteit Antwerpen (UA) nemen energieke maatregelen.
Voortaan behouden zelfstandigen hun recht op gezondheidszorg wanneer ze tijdelijk hun professionele activiteiten stopzetten om zich over een zwaar zieke naaste te bekommeren. De ministerraad van 11 mei keurde een ontwerp van Koninklijk Besluit goed dat de bescherming van (gepensioneerde) zelfstandigen verbetert.
Een onderzoek van het maandblad Test-Gezondheid (1) wees onlangs met een beschuldigende vinger in de richting van artsen omdat die bij bepaalde patiënten te vaak een osteodensitometrie zouden uitvoeren. Doordat de media op het onderzoek sprongen, stond de opsporing van osteoporose meteen in het midden van het debat. De gelegenheid voor de Belgian Bone Club om de aandacht van de overheid en van de publieke opinie te vestigen op de noodzaak van een pluridisciplinaire aanpak van het probleem, op de noodzaak van een herziening van de criteria voor het voorschrijven van een onderzoek en van de terugbetaling van geneesmiddelen.
David Simon, een huisarts uit Colfontaine die aandachtig de bescherming van de elektronische medische gegevens in de gaten houdt, stelt zich vragen over het Vitalink-systeem dat momenteel in Vlaanderen op poten wordt gezet.
Casus 3: ik word verwezen voor euthanasie Een 65-jarige vrouw consulteerde het palliative support team in verband met een vraag naar euthanasie. Zij kreeg tien jaar geleden de diagnose van mondbodemcarcinoom, waarvoor ze geopereerd en bestraald werd. Sindsdien klaagde patiënte over chronische pijn. Zij werd hiervoor behandeld in verschillende pijnklinieken, maar de pijn kon niet gecontroleerd worden. Zij consulteerde een kaakchirurg in verband met haar vraag naar euthanasie, die haar doorverwees naar het palliative support team.
Casus 4: ik eis euthanasie voor mijn oom in coma Een patiënt met een gemetastaseerd longcarcinoom werd opgenomen op de palliatieve eenheid vanwege een terminale setting. Hij klaagde van ernstige dyspneuklachten. Er werden verschillende symptomatische behandelingen opgestart, doch deze bleken alle inefficiënt. Men constateerde dat het ging om een refractair symptoom en met de patiënt en zijn naaste familie werden de mogelijke beslissingen rond het levenseinde besproken. Patiënt wenste geen euthanasie, maar koos voor palliatieve sedatie. Deze werd ingesteld en patiënt viel in een diepe slaap. Na drie dagen kwam een neef met een wilsverklaring van de patiënt. Hij wilde dat er euthanasie werd uitgevoerd omdat het “nu lang genoeg geduurd heeft”.
Roland Lemye, voorzitter Syndicale Kamers van Waals-Brabant, Namen en Henegouwen, ontleedde in detail het rapport dat de Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie (NRKP) wijdde aan de performantie van de huisartsgeneeskunde. “Het is een nuttige verduidelijking, gebaseerd op een statistische bloemlezing. Maar tegelijk staat het ook ver verwijderd van de echte huisartsenpraktijk.”
De patiënt de ‘macht’ geven om rechtstreeks in te grijpen in factoren die bepalend zijn voor zijn gezondheid, dat noemen we empowerment. Dit concept is heel erg ‘in’ en wordt door anderen ook weleens omschreven als ‘emancipatie van de patiënt’. In de dagelijkse praktijk blijkt de techniek een ‘must’ te zijn, aldus dr. Jean Laperche, huisarts in Barvaux-sur-Ourthe. Hij geeft regelmatig opleidingen over de techniek van het motivatiegesprek om artsen beter te leren luisteren naar de patiënt en zijn prioriteiten. De bedoeling: komen tot een oplossing die voor beide partijen – de zorgverlener zowel als de patiënt – bevredigend is in het therapeutische traject op weg naar meer welzijn. Bestaat de uitdaging er tenslotte niet in om de patiënt een kader te bieden waarin hij zijn wensen duidelijk kan maken en zijn keuze kan uitdrukken?
Meer dan twee jaar geleden trad de wet op medische ongevallen in werking. De onderhandelingen over de vorming van een regering hebben de uitwerking van het fonds lange tijd vertraagd. Daarna hebben het kabinet Onkelinx, het Riziv en de raad van bestuur van het fonds de turbo aangezet. Vanaf 1 september zal de nieuwe administratieve structuur operationeel zijn. Er ontbreekt alleen nog een algemeen directeur, maar dat verhindert slachtoffers van een medisch ongeval niet om al een dossier in te dienen.
De teller van het Riziv geeft aan dat er op 22 augustus ongeveer 16.250 zorgtrajecten, ofwel 42% van het totale aantal, geregistreerd zijn. Alleen al tijdens de derde week van augustus werden er 7.000 zorgtrajecten geregistreerd. Dat toont aan dat de procedure duidelijk naar een hogere versnelling is overgeschakeld. Er resten u nog enkele dagen – tot 31 augustus – om uw gegevens in te voeren. Er moeten nog zo’n 20.000 zorgtrajecten naar de overheid doorgestuurd worden.
Kosteneffectiviteitsanalyses zijn een cruciaal element in Health Technology Assessment (HTA). Ze dienen om een beter beheer van de uitgaven voor gezondheidszorg en een betere besteding van de beschikbare hulpmiddelen te bevorderen, door te onderzoeken of de gezondheidswinst die wordt verkregen door een behandeling de kosten rechtvaardigt. Welke rol spelen kosteneffectiviteitsanalyses tegenwoordig in de budgetbeheersing en welke rol zouden ze in de toekomst moeten spelen? Het colloquium werd georganiseerd door het Itinera Institute naar aanleiding van de publicatie van het rapport “Je geld of je leven? Pleidooi voor meer kosteneffectiviteit in de Belgische gezondheidszorg”, moest een concreet antwoord geven op deze vragen.
De verschillen in uitgaven tussen arrondissementen zijn groter dan de verschillen tussen de regio’s. Dat blijkt uit twee rapporten van het RIZIV, waarvan het eerste de verschillen in de uitgaven voor gezondheidszorg voor het jaar 2009 (1) analyseert en het tweede de evolutie van de totale uitgaven per regio en per arrondissement tussen 2006 en 2010 (2). De rapporten tonen tevens een forse stijging aan van de bruto-uitgaven voor gezondheidszorg tussen 2006 en 2010. Dat is deels te wijten aan de invoering van het Omnio-statuut en van de dekking van de kleine risico’s voor zelfstandigen.
Het gebrek aan fysieke activiteit is wereldwijd verantwoordelijk voor één overlijden op tien. Dat is ongeveer vergelijkbaar met tabak en obesitas, zo stelt een studie die woensdag gepubliceerd werd in een speciale editie van The Lancet.
“Een tand moet, omgeven door gezond tandvlees, in de mond staan en je moet ermee kunnen kauwen. Is dat niet het geval, dan wordt hij best preventief verwijderd.” Dat zegt dr. Jan Van de Perre, voorzitter van de Belgische beroepsvereniging van geneesheren-specialisten in de stomatologie, mond-, kaak- en aangezichtschirurgie, in een reactie op het rapport van het KCE over het profylactisch verwijderen van verstandskiezen. “Het KCE ging voor dit rapport op een weinig wetenschappelijke manier te werk.”
Casus 5: hoor je niet dat mijn man euthanasie vraagt? Een 80-jarige man werd opgenomen op de palliatieve eenheid vanuit de dienst neurochirurgie. Hij was gediagnosticeerd met een hersentumor, waardoor hij afasie vertoonde. Tijdens de opname op de palliatieve eenheid was het moeilijk met patiënt te communiceren en was het moeilijk om juist te achterhalen wat de patiënt wenste. Uit zijn lichaamstaal leidde het verzorgend en behandelend team af dat patiënt zich niet in distress bevond.
De euthanasiewetgeving in België heeft de rechtspositie van de arts en van de patiënt rond de vraag naar euthanasie klaarder gesteld. Toch zijn er nog vele werkpunten rond deze wet.
Gezondheid is een actieveld, een competentiedomein, een industriële sector… maar ook een basiswaarde.
Meer dan een halve eeuw geleden, in de jaren 40, was de geneesmiddelenbehandeling van essentiële hypertensie nog heel beperkt. Daarom onderzochten sommige auteurs de mogelijkheid om de aandoening chirurgisch te behandelen. Zo verscheen in april 1941 in de ‘Canadian Medical Association Journal’ een artikel met als titel “Role for Surgeons in the Problem of Essential Hypertension” (1). De auteur schetste daarin zijn zeer beperkte ervaringen – hij behandelde slechts vier gevallen – met splanchnicectomie. Van de verschillende factoren die hypertensie kunnen veroorzaken, noemt hij heel expliciet het zenuwstelsel en de nieren...
De Belgische euthanasiewet heeft ertoe geleid dat de professionele hulpverlener zijn patiënt kan helpen zijn leven te beëindigen als deze voldoet aan de criteria binnen de wetgeving. Onvoldoende kennis van de wet heeft echter ook geleid tot verkeerde verwachtingspatronen van de patiënt en zijn naasten en in de maatschappij. Aan de hand van vijf casussen wordt dit nader toegelicht. De voorwaarden waarbij een euthanasieprocedure kan worden opgestart dienen bij het brede publiek maar ook bij de professionele hulpverlener een betere bekendheid te krijgen. Het is ook van belang dat het brede publiek weet dat een arts niet verplicht is om euthanasie uit te voeren tegen zijn geweten in. Ten slotte zijn er nog punten waar de wet geen uitsluitsel geeft.
Patiënten met een zeldzame ziekte botsen op heel wat problemen net omdat hun ziekte zo zeldzaam is: late of verkeerde diagnoses, niet genoeg informatie en kennis, een beperkt aantal behandelingsopties, geen aanbevelingen voor een goede behandeling, financiële en administratieve obstakels, enz. Het ministerie van Sociale zaken en Volksgezondheid heeft het Fonds voor Zeldzame Ziekten en Weesgeneesmiddelen (beheerd door de Koning Boudewijnstichting) opgedragen om een rapport te schrijven met als titel ‘Aanbevelingen en voorstellen tot maatregelen voor een Belgisch Plan voor Zeldzame Ziekten’ (1). Hier vindt u de belangrijkste richtlijnen en maatregelen van dit ambitieuze plan. Het houdt rekening met alle factoren die een rol spelen bij zeldzame ziekten en ontwikkelt een geïntegreerde totaalaanpak.
In termen van demografische evolutie tonen de projecties van het Federaal Planbureau in 2011 aan dat de vergrijzing van de bevolking, net als in de meeste geïndustrialiseerde landen, een sterke invloed heeft op de toekomstige behoeften en de middelen voor langdurige zorg (thuiszorg, familiehulp, dagcentra en centra voor kortverblijf, rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen). In België zou het percentage ouderen – 65 jaar en ouder – stijgen van 17% in 2010 tot 21% in 2025 en zelfs tot 26% in 2050. Een fijnere opsplitsing toont de nog spectaculairdere progressie van het percentage van de oudste mensen – 85 jaar en ouder – dat van 2,2% in 2010 stijgt naar bijna 3% in 2015 en 5,8% in 2050. Dat legt een grotere druk op de behoeften (6).
Volgens het basisscenario stijgt het geprojecteerde aantal ouderen in zorginstellingen van 125.500 in 2010 naar 166.000 in 2025. Dat is een stijging met 32%!
Elke student die niet langer onderworpen is aan de schoolplicht, maar toch kinderbijslag wil blijven genieten, moet op regelmatige basis lessen bijwonen...
De vergrijzing van de bevolking en de langere levensduur zijn basisthema’s binnen het volksgezondheidbeleid. Steeds meer ouderen, ook steeds meer mensen van de vierde leeftijd (ouder dan 80 jaar), hebben een behandeling nodig. Dat is verontrustend: welk soort infrastructuur moet er worden gebouwd? Hoeveel residentiële bedden moeten er voorzien worden? Volgens welke scenario’s? Met welke menselijke middelen? Tegen welke financiële kostprijs? Eén voor één weerklinken die vragen, die complexe antwoorden vereisen. De term ‘vergrijzing van de bevolking’ dekt immers een veelheid aan medische, maar ook sociaaleconomische situaties. Daarom werd in de studie van het KCE ‘Toekomstige behoefte aan residentiële ouderenzorg in België’ (1) beoogd om de evolutie (2011-2025) te schatten van het aantal mensen dat residentiële zorg nodig heeft. Er werden ook 6 alternatieve scenario’s voorgesteld.
De Hoge Gezondheidsraad en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) pleiten voor minder zout in onze voeding. Beide instellingen geven ons hun «recept».
De laatste jaren zijn er regelmatig sensibiliseringscampagnes in de media om de bevolking erop attent te maken dat zich goed beschermen tegen overmatig zonlicht een noodzaak is, net als het regelmatig laten controleren van gepigmenteerde huidvlekjes. Maar hoe wordt de impact van dergelijke campagnes gemeten?
Medi-Sfeer Nr. 776
Schrijf u gratis in op onze wekelijkse nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws en nog veel meer ...