In het rapport komen diverse aspecten aan bod vanuit een professioneel perspectief: toegankelijkheid, patiënteel, werklast, feitelijke subspecialiteiten, vervangingsratio's. Enkele opmerkelijke cijfers voor de anesthesisten die bij de anesthesisten overigens op onze vraag met stijgende verbazing bekeken werden.
Activiteitenniveau en terugbetaling
Van de 3.243 anesthesiologen waren er 2.375 ‘actief’ volgens de cijfers van het Riziv en van die actieven bleken er 1.821 voltijds aan de slag.
Het activiteitenniveau wordt gemeten aan de hand van het totale terugbetalingsbedrag per specialisme. Dat is onder meer gelinkt aan het type en de plaats van de activiteit (privé, polikliniek, daghospitaal, ziekenhuisverblijf). Het gemiddeld terugbetaalde bedrag per FTE anesthesist lag in 2023 op 349.596 euro. Dat is iets lager dan het gemiddelde van alle FTE-chirurgische pathologie (357.861 euro), maar er vond tussen 2018 en 2023 wel een inhaalbeweging plaats, met name een stijging van 10,88%.
Interessant lijkt het terugbetaalde bedrag per subspecialisme en context/werkplaats (zie tabel) voor 2023. Op deze parameter zitten grote verschillen.
| Subspecialisme | FTE | Terugbetaling per anesthesist |
| Intensivist | 566 | 344.466 |
| Zwaar | 83 | 322.371 |
| Algemeen | 967 | 257.565 |
| Pijn | 75 | 304.137 |
| Acute geneeskunde | 62 | 325.079 |
| Hospi | 12 | 683.370 |
| Gemengd | 48 | 225.242 |
De meesten werken in de context van klassieke hospitalistatie, met uitzondering van de pijnspecialisten (daghospitalisatie).
Financiële toegankelijkheid
Die toegankelijkheid wordt volgens het Riziv duidelijk aan de hand van het aantal gewogen geconventioneerde FTE's (fulltime equivalenten) per 10.000 verzekerden. Bij gewogen geconventioneerde FTE’s worden FTE's voor gedeeltelijk geconventioneerde aanbieders vermenigvuldigd met 0,5.
Van de anesthesiologen was in 2023 95% geconventioneerd en 89% geaccrediteerd, uitermate hoge cijfers.
De dichtheid van de anesthesiologen ligt enorm hoog met cijfers die per provincie de 100% benaderen of zelfs bereiken. Enige uitzondering is Waals-Brabant (71%) en Brussel dat ‘maar’ 90% haalt. Vlaams- en Waals-Brabant liggen dan weer onderaan met respectievelijk 0,99 en 0,88 geconventioneerde FTE’s per 10.000 verzekerden. Brussel en Luik voeren hier het peloton aan.
Continue professionele vorming
Die vorming wordt gemeten aan de hand van het accrediteringspercentage. Het valt op dat dat percentage tussen 2013 en 2023 nog verder steeg, en het lag al hoog (van 83 naar 89%). Traditioneel scoren Nederlandstaligen hier beter dan Franstaligen (94 versus 81%).
Werklast
De studie tracht ook de werklast in kaart te brengen en zo inzicht te geven in het werkvolume per jaar per FTE en de patiëntenbasispopulatie. In deze cijfers zijn specialisten in opleiding uitgesloten.
De workload voor anesthesiologen nam tussen 2018 en 2022 gemiddeld toe, gemeten aan het aantal patiëntencontacten: 2.137 (+3,5%).
De Vlamingen nemen gemiddeld een stuk meer patiënten voor hun rekening per anesthesist (1.200) dan de Franstaligen (965), mannen heel wat meer (1.223) dan vrouwen (932). Een aandachtspunt is wel de zogenaamde ‘vervangratio’ die bij de Franstaligen meer dan behoorlijk is met een stijging van ruim 6% bij -55-jarigen tegenover een nagenoeg even sterke daling bij de Nederlandstaligen in dezelfde leeftijdscategorie. Dat terwijl het percentage inactieve professionals (van meer dan 65) wel sterker toeneemt aan Franstalige kant.
De gemiddelde patiëntenleeftijd ligt net onder de 50 jaar (49,4).
De verzekerde dekking tot slot lag het hoogst in West- en Oost-Vlaanderen.
> Health Report: cijfers anesthesiologie
> Pediaters: 10% minder terugbetaald op vijf jaar tijd
> Tocht door het financiële moeras van de algemeen chirurgen
